ECLI:NL:RVS:2009:BK1360

Raad van State

Datum uitspraak
22 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200906589/2/M1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.M. Boll
  • A.J. Kuipers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake vergunning lozen retourperswater door waterschap Fryslân

Op 15 juli 2009 verleende het dagelijks bestuur van het waterschap Fryslân een vergunning aan Party en Recreatiecentrum Strandheem B.V. voor het lozen van retourperswater vanuit de zandwinput Strandheem op de zandwinput aan de Lipomwyk te Ureterp, gemeente Opsterland. Deze vergunning was geldig van 1 oktober 2009 tot 1 mei 2010 en werd op 20 juli 2009 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit hebben Party en Recreatiecentrum Strandheem B.V. en andere verzoekers op 26 augustus 2009 beroep ingesteld bij de Raad van State. Tevens vroegen zij op 16 september 2009 de voorzitter om een voorlopige voorziening te treffen.

De behandeling van het verzoek vond plaats op 6 oktober 2009, waar de vertegenwoordigers van zowel de verzoekers als het dagelijks bestuur aanwezig waren. De voorzitter, J.M. Boll, heeft het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening beoordeeld. Tijdens de zitting werd het verzoek van de andere verzoekers ingetrokken. De voorzitter benadrukte dat zijn oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure.

In de beslissing heeft de voorzitter het besluit van het dagelijks bestuur van het waterschap Fryslân van 15 juli 2009 geschorst. Tevens werd gelast dat het dagelijks bestuur het griffierecht van € 297,00 aan Party en Recreatiecentrum Strandheem B.V. vergoedt. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 22 oktober 2009.

Uitspraak

200906589/2/M1.
Datum uitspraak: 22 oktober 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Party en Recreatiecentrum Strandheem B.V. en [verzoekers], gevestigd onderscheidenlijk wonend te [plaats],
verzoekster,
en
het dagelijks bestuur van het waterschap Fryslân,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 15 juli 2009 heeft het dagelijks bestuur van het waterschap Fryslân (hierna: het dagelijks bestuur), voor zover hier van belang, aan [vergunninghoudster] voor de periode van 1 oktober 2009 tot 1 mei 2010 een vergunning verleend als bedoeld in artikel 1 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren voor het lozen van retourperswater vanuit de zandwinput Strandheem op de zandwinput aan de Lipomwyk te Ureterp, gemeente Opsterland. Het besluit is op 20 juli 2009 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit hebben de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Party en Recreatiecentrum Strandheem B.V. (hierna: Party en Recreatiecentrum Strandheem) en [verzoekers] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 26 augustus 2009, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 16 september 2009, hebben Party en Recreatiecentrum Strandheem en [verzoekers] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 6 oktober 2009, waar Party en Recreatiecentrum Strandheem, vertegenwoordigd door mr. drs. E. Kronemeijer, en het dagelijks bestuur, vertegenwoordigd door drs. G. Jansen en ing. J.G. de Boer-Brouwer, beiden werkzaam bij het waterschap, zijn verschenen.
Voorts is ter zitting [vergunninghoudster], vertegenwoordigd door mr. drs. M.C. de Smidt en mr. drs. G.O. Reerink, advocaten te Amsterdam, en ir. A.D.J. Makkink en S. Veenstra, als partij gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Ter zitting is het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening, voor zover dat door [verzoekers] is ingediend, ingetrokken.
2.2. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.3. Bij uitspraak van heden, in zaak nr.
200906588/2, heeft de voorzitter, voor zover hier van belang, op het door Party en Recreatiecentrum Strandheem ingediende verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ter zake het besluit van 15 juli 2009, kenmerk 00837137, van het college van gedeputeerde staten van Fryslân beslist.
Gelet op hetgeen in voormelde uitspraak is overwogen en de samenhang tussen het in die uitspraak ter toetsing voorliggende besluit en het onderhavige besluit ziet de voorzitter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
2.4. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het dagelijks bestuur van het waterschap Fryslân van 15 juli 2009, kenmerk WFN0909700;
II. gelast dat het dagelijks bestuur van het waterschap Fryslân aan Party en Recreatiecentrum Strandheem B.V. het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 297,00 (zegge: tweehonderdzevenennegentig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.M. Boll, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Kuipers, ambtenaar van Staat.
w.g. Boll w.g. Kuipers
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 22 oktober 2009
271-489.