ECLI:NL:RVS:2009:BK1964
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- H.G. Lubberdink
- M.W. Wijers
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van vrijstelling voor aanleg van fiets- en voetpaden in Hilversum
Op 30 oktober 2009 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening en hoger beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Hilversum. Het college had op 14 juli 2009 vrijstelling verleend voor de aanleg van fiets- en voetpaden en afritten langs de Godelindeweg, Krugerweg en Bussumergrintweg, alsook voor het wijzigen van de kruising 's-Gravenlandseweg-Bussumergrintweg. De appellant, die eigenaar is van een perceel grond waarop de vrijstelling betrekking heeft, heeft hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij meende dat er een evidente privaatrechtelijke belemmering bestond voor de verlening van de vrijstelling.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek ter zitting behandeld op 15 oktober 2009. De appellant was aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, en het college was vertegenwoordigd door een ambtenaar. De voorzitter oordeelde dat nader onderzoek niet nodig was en dat de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam terecht had geoordeeld dat er geen evidente privaatrechtelijke belemmering was. De onderhandelingen tussen de gemeente en de appellant over de aankoop van de grond waren weliswaar gestaakt, maar de gemeente had aangegeven nog steeds open te staan voor aankoop.
De voorzitter concludeerde dat er geen belemmeringen waren die de vrijstelling in de weg stonden en dat de aangevallen uitspraak van de voorzieningenrechter bevestigd moest worden. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd in het openbaar gedaan, waarbij de voorzitter de beslissing in naam der Koningin bekendmaakte.