ECLI:NL:RVS:2009:BK4379

Raad van State

Datum uitspraak
25 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200900456/1/H2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
  • J.H. Roelfsema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen besluit van het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente inzake herplantplicht BM Vastgoed B.V.

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van BM Vastgoed B.V. tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente. Het college had op 13 november 2007 bepaald dat BM Vastgoed vóór 1 april 2008 moest voldoen aan een herplantplicht die eerder was opgelegd bij een besluit van 28 februari 2006. Deze herbeplanting diende te bestaan uit laurierbomen. BM Vastgoed maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het college verklaarde dit bezwaar op 15 april 2008 ongegrond. Hierop volgde een beroep bij de rechtbank Almelo, die op 16 december 2008 het beroep ongegrond verklaarde.

BM Vastgoed ging in hoger beroep bij de Raad van State, waarbij de zaak op 19 november 2009 ter zitting werd behandeld. Het college werd vertegenwoordigd door mr. P. Braamhaar, terwijl BM Vastgoed werd bijgestaan door een gemachtigde. De Raad van State oordeelde dat BM Vastgoed geen argumenten had aangedragen die konden leiden tot de conclusie dat de rechtbank de eerdere uitspraak ten onrechte had gedaan. De rechtbank had terecht geoordeeld dat het college de termijn voor de herplantplicht op 1 april 2008 had kunnen stellen en dat er overleg had plaatsgevonden over de nieuwe beplanting.

De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 25 november 2009.

Uitspraak

200900456/1/H2.
Datum uitspraak: 25 november 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BM Vastgoed B.V., gevestigd te Otterlo,
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Almelo van 16 december 2008 in zaak nr. 08/501 in het geding tussen:
appellante
en
het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente.
1. Procesverloop
Bij besluit van 13 november 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente (hierna: het college) bepaald dat BM Vastgoed B.V. (hierna: BM Vastgoed) vóór 1 april 2008 dient te voldoen aan de herplantplicht die bij besluit van 28 februari 2006 is opgelegd. Daarbij is bepaald dat de herbeplanting zal bestaan uit laurierbomen.
Bij besluit van 15 april 2008 heeft het college het door BM Vastgoed daartegen gemaakte bezwaar, voor zover thans van belang, ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 16 december 2008, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Almelo (hierna: de rechtbank) het door BM Vastgoed daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft BM Vastgoed bij brief, bij de Raad van State per fax ingekomen op 15 januari 2009, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend. Het college heeft nadien nog nadere stukken ingediend.
[belanghebbende] en anderen hebben eveneens nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 19 november 2009, waar het college, vertegenwoordigd door mr. P. Braamhaar, ambtenaar in dienst van de gemeente, en [belanghebbende], bijgestaan door [gemachtigde], zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. BM Vastgoed heeft geen argumenten naar voren gebracht die kunnen leiden tot het oordeel dat de rechtbank haar beroep ten onrechte ongegrond heeft verklaard. De rechtbank is terecht tot het oordeel gekomen dat het college de termijn waarbinnen aan de eerder opgelegde herplantplicht uitvoering moet worden gegeven, heeft kunnen stellen op 1 april 2008. De rechtbank heeft daarbij terecht het belang dat aan die herplantplicht gevolg wordt gegeven in ogenschouw genomen. De rechtbank heeft voorts terecht vastgesteld dat over de nieuwe beplanting overleg met vertegenwoordigers van de gemeente heeft plaatsgevonden.
2.2. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.H. Roelfsema, ambtenaar van Staat.
w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek w.g. Roelfsema
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 25 november 2009
58-621.