200909055/2/H1.
Datum uitspraak: 9 december 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid City Centrum Groenlo B.V., [verzoekster A] en [verzoekster B], [verzoeker C] en [verzoeker D], gevestigd, onderscheidenlijk wonend te [woonplaats],
verzoekers,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen van 18 november 2009 in de zaken nrs. 09/592 en 09/817 in het geding tussen:
het college van burgemeester en wethouders Oost Gelre.
Bij besluit van 30 januari 2009, voor zover thans van belang, heeft het college van burgemeester en wethouders Oost Gelre (hierna: het college) verzoekers (hierna: City Lido en anderen) op straffe van bestuursdwang gelast in het gebouw, genoemd City Lido, Kerkstraat 6, te Groenlo, gemeente Oost-Gelre, de in het besluit vermelde brandveiligheidsvoorzieningen te treffen. Voorts heeft het daarbij voor de periode van 31 januari tot 20 februari 2009 nadere aan de openstelling van het gebouw verbonden voorschriften gesteld.
Bij besluit van 27 april 2009 heeft het college het door City Lido en anderen daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 18 november 2009, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Zutphen (hierna: de rechtbank) het door City Lido en anderen daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak hebben City Lido en anderen bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 24 november 2009, hoger beroep ingesteld. Voorts hebben zij de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 3 december 2009, waar City Lido en anderen, vertegenwoordigd door mr. M.I. Houben, advocaat te Amsterdam, [verzoeker C], [verzoeker D], ing. J.P.A. Linssen, ir. P.H.E. van de Leur en dr. ir. N.P.J. Scholten, en het college, vertegenwoordigd door mr. B. ten Have, mr. M. Hendriksen en W. Huinink, allen ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen.
2.1. Het besluit van 30 januari 2009 ziet op het treffen van de volgende voorzieningen:
A. doorvoeren in de brandwerende scheidingen brandwerend uitvoeren conform NEN 6068 en een kopie van het attest behorende bij het toegepaste materiaal overleggen;
B. de nooduitgangen die voorzien zijn van een cilinderslot of aparte sluiting dienen aangepast te worden, zodat deze gepasseerd kunnen worden, zonder gebruik te maken van een sleutel;
C. alle deuren, behorende bij vluchtroutes met espagnoletsluiting, dienen te worden voorzien van een zogenaamde panieksluiting, te openen met een lichte druk tegen deze voorziening;
D. definitief programma van eisen op laten stellen en ter goedkeuring aanbieden aan het college ten behoeve van de uitbreiding van de brandinstallatie middels een doormelding naar de regionale alarmcentrale, de brandmeldinstallatie laten voldoen aan artikel 2.2.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken en de doormelding bewerkstelligen.
Voorts zijn de volgende nadere voorschriften gesteld:
1. tijdens openstellingen dienden de deuren, waarop bij het vluchten meer dan 99 personen aangewezen zijn, permanent ontgrendeld te zijn; de deuren moeten met een lichte druk in de vluchtrichting geopend kunnen worden; voorts is een instructie opgenomen die daarbij dient te worden gevolgd.
2. de particuliere alarmcentrale Eindhoven dient bij een brandmelding in City Lido rechtstreeks de meldkamer van de brandweer in Apeldoorn te informeren of te bellen.
2.2. Aan het verzoek hebben City Lido en anderen ten grondslag gelegd dat zij de kosten van de gelaste voorzieningen niet kunnen opbrengen en zij, nadat die zijn aangebracht, niet meer in staat zullen zijn City Lido op de door hen gewenste wijze te exploiteren en zij derhalve door de last gedwongen worden de exploitatie te staken.
2.3. Besluiten zijn in het algemeen uitvoerbaar, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend. Dit geldt temeer, indien, zoals in dit geval, de rechter in eerste aanleg het besluit heeft getoetst en de daartegen voorgedragen beroepsgronden ongegrond heeft bevonden en het beroep ongegrond heeft verklaard.
2.4. Het college betoogt tevergeefs dat spoedeisend belang ontbreekt, nu City Lido en anderen onweersproken hebben gesteld dat zij de exploitatie van City Lido zullen beëindigen, indien de gelaste maatregelen worden uitgevoerd en het college heeft aangekondigd dat het de bestuursdwang vóór 25 december 2009 wil doen uitvoeren.
2.5. In hetgeen door City Lido en anderen is aangevoerd is geen aanleiding te vinden voor het oordeel dat op voorhand moet worden aangenomen dat de uitspraak van 18 november 2009 in de bodemprocedure niet in stand zal blijven, althans uiteindelijk zal blijken dat de last in het geheel niet mocht worden opgelegd. De voorzieningenrechter heeft naar voorlopig oordeel terecht door City Lido en anderen geen feiten of omstandigheden aannemelijk gemaakt geacht die tot het oordeel leiden dat het college zich in redelijkheid niet op het standpunt heeft kunnen stellen dat de in City Lido aanwezige brandveiligheidsvoorzieningen niet ten minste dezelfde mate van brandveiligheid bieden als die, welke ingevolge het Bouwbesluit 2003 en het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken zijn vereist. Dat, naar gesteld, de exploitatie van City Lido door het aanbrengen van de gelaste brandveiligheidsvoorzieningen onmogelijk wordt, is geen reden om niettemin aan het verzoek tegemoet te komen, omdat in dat geval moet worden aangenomen dat het pand ongeschikt is voor die exploitatie. Die moet immers nu eenmaal brandveilig plaatsvinden en het college is voor het toezicht daarop verantwoordelijk.
2.6. Gelet hierop, bestaat aanleiding om het verzoek af te wijzen.
2.7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. T. van Goeverden-Clarenbeek, ambtenaar van Staat.
w.g. Loeb w.g. Van Goeverden-Clarenbeek
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 9 december 2009