200908250/2/M1.
Datum uitspraak: 18 december 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FanoFineFood B.V., gevestigd te Oosterwolde,
gemeente Ooststellingwerf, Fryslân,
verzoekster,
het dagelijks bestuur van het waterschap Wetterskip Fryslân,
verweerder.
Bij besluit van 15 september 2009 heeft het dagelijks bestuur van het waterschap Wetterskip Fryslân (hierna: het dagelijks bestuur) aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FanoFineFood B.V. (hierna: FFF) een vergunning op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (hierna: Wvo) verleend voor het indirect lozen van afvalwater afkomstig van haar voedingsmiddelenbedrijf op het perceel Venekoterweg 3 te Oosterwolde op de Opsterlandse Compagnonsvaart.
Tegen dit besluit heeft FFF bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 28 oktober 2009, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 23 oktober 2009, heeft FFF de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 7 december 2009, waar FFF, vertegenwoordigd door [gemachtigden], en het dagelijks bestuur, vertegenwoordigd door ing. M. Baarda-Tippe en mr. T.M. Slof, zijn verschenen.
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het afvalwater afkomstig van het voedingsmiddelenbedrijf van FFF wordt via het gemeentelijke rioolstelsel van de gemeente Ooststellingwerf en de rioolwaterzuiveringinstallatie (hierna: rwzi) van Oosterwolde op de Opsterlandse Compagnonvaart geloosd.
2.3. FFF verzoekt om het opschorten van de datum van de inwerkingtreding van de vergunning tot 1 mei 2010, omdat zij voor die tijd niet kan voldoen aan het maximaal toegestane aantal vervuilingseenheden van 5.000 als bedoeld in voorschrift 4 van de vergunning. Zij voert in dit verband aan dat zij heeft geïnvesteerd in een systeem voor het biologisch zuiveren van afvalwater, dat over enkele maanden volledig in werking zal zijn. Volgens FFF brengt dit systeem met zich dat ruim onder de grenswaarde zal worden gebleven, waardoor in de toekomst extra ruimte voor anderen bij de rwzi van Oosterwolde ontstaat. Het nieuwe systeem behelst een aanzienlijke investering, waardoor het onredelijk is als zij voor deze korte periode nog een andere voorziening moet treffen, aldus FFF.
2.3.1. Volgens het dagelijks bestuur wordt door FFF sinds 2006 het maximaal toegestane aantal vervuilingseenheden van 5.000 overschreden en heeft het bedrijf sindsdien een vergunningplicht op grond van de Wvo. Het dagelijks bestuur stelt zich op het standpunt dat FFF voldoende tijd heeft gehad om een voorziening te creëren waarmee op dit moment reeds aan de grenswaarden uit voorschrift 4 zou kunnen worden voldaan. Volgens het dagelijks bestuur is aannemelijk dat in de maand december 2009 deze grenswaarden ruim worden overschreden. Volgens het dagelijks bestuur vormt dit een risico voor de rwzi van Oosterwolde die dit water moet verwerken, en door een overschrijding van FFF geen ruimte meer heeft om andere onverwachte tegenvallende hoeveelheden te verwerken.
2.3.2. Namens het dagelijks bestuur is ter zitting verklaard dat FFF in de periode voorafgaand aan het volledig in werking zijn van het nieuwe zuiveringssysteem, bij het overschrijden van de grenswaarde van 5.000 vervuilingseenheden het overtollige afvalwater bij een andere rwzi die wel ruimte over heeft, kan lozen. Volgens het dagelijks bestuur kan FFF met behulp van vrachtwagens hier zelf in voorzien.
2.3.3. Ingevolge voorschrift 4, tweede lid, aanhef en onder a, voor zover hier van belang, mag het aantal vervuilingseenheden niet meer bedragen dan:
- 5.000 vervuilingseenheden als jaargemiddelde, gemeten over zes perioden van één week;
- 10.000 vervuilingseenheden, gemeten over één etmaal, waarbij het gemiddelde aantal vervuilingseenheden maximaal 5.000 per week bedraagt.
2.3.4. Niet in geschil is dat de afgelopen jaren in de maand december overschrijding van het maximaal toegestane aantal vervuilingseenheden heeft plaatsgevonden.
FFF heeft ter zitting verklaard dat het nieuwe systeem voor het biologisch zuiveren van afvalwater in haar bedrijf hydraulisch gereed is en dat momenteel proefgedraaid wordt met micro-organismen. De organismen hebben volgens FFF ongeveer drie maanden nodig om te wennen aan het water alvorens het systeem volledig werkt. FFF heeft voorts ter zitting gesteld te verwachten dat dit systeem per 1 februari 2010 geheel biologisch gereed is. Dit is door het dagelijks bestuur niet weersproken. Het verzoek om opschorting van de inwerkingtreding van de vergunning op dit punt betreft derhalve een overbrugging van minder dan 2 maanden. De voorzitter begrijpt dat het dagelijks bestuur niet wil dat de maximaal toegestane waarden van de rwzi van Oosterwolde die geen extra ruimte heeft, worden overschreden. Ter zitting is door FFF gesteld dat niet zeker is of de grenswaarden in december zullen worden overschreden en dat het feit dat momenteel wordt proefgedraaid met de micro-organismen reeds voor een verbetering zorgt. De voorzitter overweegt dat nu FFF reeds met de biologische fase van het nieuwe systeem is begonnen, het niet onaannemelijk moet worden geacht dat in de maand december 2009 toch een verbetering tot stand zal kunnen komen met betrekking tot de hoeveelheid te lozen afvalwater ten opzichte van voorgaande jaren. Het verwijderen van het mogelijk overtollige afvalwater met behulp van vrachtwagens komt de voorzitter, gelet op de aanzienlijke investering in het biologisch zuiveringssysteem en de met de verwijdering van dit afvalwater gepaard gaande kosten, in dit geval niet redelijk voor.
2.3.5. Gelet op het vorenstaande ziet de voorzitter, na afweging van de betrokken belangen, aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
2.4. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het dagelijks bestuur van het waterschap Wetterskip Fryslân van 15 september 2009, kenmerk WFN0912970, tot 1 februari 2010, voor zover het voorschrift 4, tweede lid, aanhef en onder a, van de vergunning betreft;
II. gelast dat het dagelijks bestuur van het waterschap
Wetterskip Fryslân aan FanoFineFood B.V. het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 297,00 (zegge: tweehonderdzevenennegentig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. K. Brink, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P. Plambeck, ambtenaar van Staat.
w.g. Brink w.g. Plambeck
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 18 december 2009