ECLI:NL:RVS:2009:BK7458
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. Boll
- H.J.J. Kalter
- Rechtspraak.nl
Last onder dwangsom opgelegd aan ProRail wegens overtreding van het Besluit geluidhinder
In deze zaak heeft de Raad van State op 23 december 2009 uitspraak gedaan over een last onder dwangsom die door de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aan ProRail B.V. was opgelegd. Dit besluit volgde op de constatering dat ProRail artikel 4.7, eerste lid, van het Besluit geluidhinder had overtreden door wijzigingen aan te brengen aan de spoorweg Groningen-Leeuwarden zonder de vereiste procedures te doorlopen. De minister had op 10 juli 2007 een last onder dwangsom opgelegd, waarna ProRail bezwaar maakte tegen een besluit van 17 oktober 2008 waarin dit bezwaar ongegrond werd verklaard.
Appellant, die zich benadeeld voelde door de beslissing van de minister, heeft beroep ingesteld bij de Raad van State. De zaak werd behandeld door een enkelvoudige kamer, en op 15 december 2009 vond de zitting plaats. Tijdens deze zitting zijn de partijen niet verschenen. De Raad van State heeft de argumenten van appellant overwogen, waaronder de bezorgdheid over de lengte van de begunstigingstermijn die aan ProRail was gegeven om aan de last te voldoen. De minister had een termijn van 30 weken vastgesteld, die volgens hem nodig was voor het opstellen van een akoestisch rapport en een saneringsprogramma.
De Raad van State oordeelde dat de begunstigingstermijn van 30 weken niet onredelijk was, gezien de complexiteit van de vereiste procedures en de inbreng van deskundigen. De beroepsgrond van appellant werd verworpen, en het beroep werd ongegrond verklaard. De Raad van State besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin.