ECLI:NL:RVS:2009:BK7472

Raad van State

Datum uitspraak
23 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200904000/1/M2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.H. van Kreveld
  • C. Taal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen maatwerkvoorschriften inzake milieubeheer door college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch

In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch op 17 april 2009 maatwerkvoorschriften vastgesteld op basis van artikel 2.20 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. Deze voorschriften betroffen de inrichting van [appellante] aan de [locatie] te [plaats]. Tegen dit besluit heeft [appellante] op 3 juni 2009 beroep ingesteld bij de Raad van State.

De Raad van State heeft de zaak behandeld op 11 december 2009. Tijdens deze zitting was het college vertegenwoordigd door mr. I. de Leeuw. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft vastgesteld dat [appellante] geen zienswijzen heeft ingediend over het ontwerpbesluit en ook niet op de uitnodiging om ter zitting te verschijnen heeft gereageerd.

Op basis van artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht is het niet mogelijk om beroep in te stellen als de belanghebbende redelijkerwijs kan worden verweten geen zienswijzen naar voren te hebben gebracht. Aangezien [appellante] niet heeft gereageerd op de uitnodiging en niet ter zitting is verschenen, heeft de Afdeling geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is.

De beslissing van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, recht doende in naam der Koningin, is dat het beroep van [appellante] niet-ontvankelijk wordt verklaard. Deze uitspraak is openbaar gedaan op 23 december 2009.

Uitspraak

200904000/1/M2.
Datum uitspraak: 23 december 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante] gevestigd te [plaats],
en
het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 17 april 2009 heeft het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch (hierna: het college) op grond van artikel 2.20 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer maatwerkvoorschriften gesteld ten aanzien van de inrichting van [appellante] aan de [locatie] te [plaats].
Tegen dit besluit heeft [appellante] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op
3 juni 2009, beroep ingesteld.
Het college heeft een nader stuk ingediend. Dit is aan de andere partijen toegezonden.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 december 2009, waar het college, vertegenwoordigd door mr. I. de Leeuw, is verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover hier van belang, kan geen beroep worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten geen zienswijzen naar voren te hebben gebracht.
2.2. [appellante] heeft geen zienswijzen naar voren gebracht over het ontwerpbesluit. Bij brief van 6 november 2009 is [appellante] in de gelegenheid gesteld schriftelijk voor de zitting of mondeling ter zitting omstandigheden te noemen op grond waarvan haar dit redelijkerwijs niet kan worden verweten. [appellante] heeft niet gereageerd op deze brief. [appellante] is ook niet ter zitting verschenen. Er bestaat geen grond voor het oordeel dat haar redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijzen naar voren te hebben gebracht. Hieruit volgt dat het beroep niet-ontvankelijk is.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. J.H. van Kreveld, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. C. Taal, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Kreveld w.g. Taal
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 23 december 2009
325-584.