ECLI:NL:RVS:2009:BK7482
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.H. van Kreveld
- C. Taal
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen vergunning voor opslag van vaste mest
Op 24 maart 2009 verleende het college van burgemeester en wethouders van Steenbergen aan J. Laurijsse een vergunning voor het oprichten en in werking hebben van een opslag voor vaste mest aan de Honderd Gemetendijk te De Heen. Dit besluit werd ter inzage gelegd op 30 maart 2009. Tegen deze vergunning hebben [appellant en anderen] op 12 mei 2009 beroep ingesteld bij de Raad van State. Het college heeft hierop een verweerschrift ingediend en nadere stukken overgelegd, die aan de andere partijen zijn toegestuurd. De zaak werd door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer, die de zaak op 11 december 2009 ter zitting heeft behandeld. Het college was vertegenwoordigd door J.J.F.L. Peijs, werkzaam bij de gemeente.
De Afdeling bestuursrechtspraak overwoog dat volgens artikel 20.1 van de Wet milieubeheer belanghebbenden tegen een besluit beroep kunnen instellen. Artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht definieert belanghebbenden als degenen wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. In dit geval wonen [appellant en anderen] op een afstand van ten minste 400 meter van de inrichting. Gezien deze afstand en de aard van de inrichting is het niet aannemelijk dat zij milieugevolgen van de vergunde inrichting kunnen ondervinden. Daarom zijn zij geen belanghebbenden in de zin van de wet en konden zij geen beroep instellen.
De Afdeling concludeerde dat het beroep niet-ontvankelijk is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 23 december 2009.