ECLI:NL:RVS:2009:BK7963

Raad van State

Datum uitspraak
23 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200909049/2/H3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • H. Troostwijk
  • J.J. den Broeder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake openbaarmaking van informatie door het college van burgemeester en wethouders van Zevenaar

In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Zevenaar op 21 mei en 24 juli 2008 een verzoek van [wederpartij] om openbaarmaking van informatie gedeeltelijk afgewezen. Na een bezwaarprocedure heeft het college op 4 november 2008 besloten om de verzochte documenten, voor zover deze bestaan, alsnog geanonimiseerd openbaar te maken. De rechtbank Arnhem heeft op 13 oktober 2009 het beroep van [wederpartij] gegrond verklaard en het besluit van 4 november 2008 vernietigd voor zover het betreft aantekeningen van gesprekken en documenten uit een digitale map met de naam g\p&o\syho\word\[wederpartij]. Het college heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat het college niet hoeft te voldoen aan de uitspraak van de rechtbank voordat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het hoger beroep heeft beslist.

De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft op 17 december 2009 het verzoek behandeld. De voorzitter oordeelde dat het college een spoedeisend belang heeft bij het treffen van een voorlopige voorziening, omdat het gevolg geven aan de uitspraak van de rechtbank zou betekenen dat de bodemprocedure haar voorwerp verliest. De voorzitter concludeerde dat er geen zwaarwegende belangen van [wederpartij] zijn die zich verzetten tegen het afwachten van de beslissing van de Afdeling op het hoger beroep van het college. Daarom werd de voorlopige voorziening getroffen, waarbij het college niet verplicht werd om een nieuw besluit te nemen op het bezwaarschrift van [wederpartij] voordat de Afdeling op het hoger beroep had beslist.

De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 23 december 2009, waarbij de voorzitter, mr. H. Troostwijk, en mr. J.J. den Broeder, ambtenaar van Staat, aanwezig waren.

Uitspraak

200909049/2/H3.
Datum uitspraak: 23 december 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
het college van burgemeester en wethouders van Zevenaar,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 13 oktober 2009 in zaak nr. 08/5763 in het geding tussen:
[wederpartij], wonend te [woonplaats],
en
het college van burgemeester en wethouders van Zevenaar.
1. Procesverloop
Bij besluiten van 21 mei 2008 en 24 juli 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zevenaar (hierna: het college) een verzoek van [wederpartij] om openbaarmaking van informatie gedeeltelijk afgewezen.
Bij besluit van 4 november 2008 heeft het college, voor zover thans van belang, het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en beslist de verzochte documenten, voor zover deze bestaan, alsnog geanonimiseerd openbaar te maken.
Bij uitspraak van 13 oktober 2009, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Arnhem (hierna: de rechtbank), voor zover thans van belang, het door [wederpartij] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard en het besluit van 4 november 2008 vernietigd voor zover dit ziet op aantekeningen van gesprekken en documenten uit een digitale map met de naam g\p&o\syho\word\[wederpartij].
Tegen deze uitspraak heeft het college bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 23 november 2009, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief van 24 november 2009.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 24 november 2009, heeft het college de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 17 december 2009, waar het college, vertegenwoordigd door mr. L.S. van Loon, advocaat te 's-Hertogenbosch, en [wederpartij], in persoon, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het verzoek van het college strekt ertoe dat bij wijze van voorlopige voorziening wordt bepaald dat het college aan de uitspraak van de rechtbank ten aanzien van de documenten uit een digitale map met de hiervoor vermelde naam geen gevolg hoeft te geven alvorens de Afdeling op het daartegen ingestelde hoger beroep heeft beslist.
2.2. De rechtbank heeft geoordeeld dat het besluit van 4 november 2008 voor zover dit ziet op documenten uit die digitale map innerlijk tegenstrijdig is, omdat het college heeft beslist de door [wederpartij] verzochte documenten, voor zover deze bestaan, te zullen verstrekken, terwijl het de documenten uit de digitale map niet heeft toegezonden. Voorts onderschrijft de rechtbank niet het standpunt van het college, dat de wordbestanden die zijn opgeslagen in de digitale map geen officiële informatie bevatten die een bestuurlijke aangelegenheid betreffen. Volgens de rechtbank heeft het verzoek van [wederpartij] betrekking op een bestuurlijke aangelegenheid, namelijk zijn rechtspositionele positie bij de gemeente Zevenaar. Dat een worddocument in de digitale map niet kan worden aangemerkt als een bestand in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens, laat onverlet dat de Wet openbaarheid van bestuur van toepassing is op digitale documenten, aldus de rechtbank.
2.2.1. Naar het oordeel van de voorzitter vergt de beantwoording van de vraag of de rechtbank in haar oordeel kan worden gevolgd, een beoordeling waarvoor de voorlopige voorzieningenprocedure zich niet leent.
Het college heeft een spoedeisend belang bij het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening, nu het gevolg geven aan de uitspraak van de rechtbank ertoe leidt dat de bodemprocedure haar voorwerp verliest. Voorts is van de zijde van [wederpartij] niet gebleken van zwaarwegende belangen die zich ertegen verzetten dat het oordeel van de Afdeling over het hoger beroep van het college wordt afgewacht. Dat op 4 februari 2010 zijn beroep gericht tegen het ontslagbesluit ter zitting van de rechtbank zal worden behandeld, is niet een zodanig zwaarwegend belang.
Gelet hierop ziet de voorzitter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
treft de voorlopige voorziening dat het college van burgemeester en wethouders van Zevenaar ten aanzien van de documenten uit een digitale map met de naam g\p&o\syho\word\[wederpartij] geen nieuw besluit op het bezwaarschrift van [wederpartij] hoeft te nemen voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J.J. den Broeder, ambtenaar van Staat.
w.g. Troostwijk w.g. Den Broeder
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 23 december 2009
187-581.