ECLI:NL:RVS:2010:6419

Raad van State

Datum uitspraak
10 november 2010
Publicatiedatum
20 december 2017
Zaaknummer
201006403/3/M2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
  • T.G. Drupsteen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep door Bavaria Vastgoed B.V.

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 10 november 2010 uitspraak gedaan op het verzet van Bavaria Vastgoed B.V. tegen een eerdere uitspraak van 1 september 2010, waarin het beroep van de vennootschap niet-ontvankelijk was verklaard. De zaak betreft een geschil over de vraag of de gemachtigde van Bavaria Vastgoed B.V. bevoegd was om namens de vennootschap beroep in te stellen. De vennootschap stelde dat er geen machtiging was verstrekt aan de gemachtigde, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep.

Bavaria Vastgoed B.V. heeft op 23 september 2010 verzet aangetekend tegen de eerdere uitspraak. Tijdens de zitting op 11 oktober 2010 heeft de Afdeling de argumenten van de vennootschap gehoord. De vennootschap voerde aan dat het griffierecht tijdig was betaald, wat zou impliceren dat zij op de hoogte was van het beroep. De Afdeling oordeelde dat, hoewel er geen schriftelijke machtiging was overgelegd, de omstandigheden en het tijdig betalen van het griffierecht erop wezen dat de vennootschap instemde met het beroep dat door de gemachtigde was ingesteld.

De Afdeling kwam tot de conclusie dat het verzet gegrond was, wat betekende dat de eerdere uitspraak van 1 september 2010 verviel. De beslissing werd genomen in naam der Koningin, en de uitspraak werd openbaar uitgesproken op 10 november 2010. De zaak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en documentatie bij het instellen van beroep door een gemachtigde.

Uitspraak

201006403/3/M2.
Datum uitspraak: 10 november 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Bavaria Vastgoed B.V., gevestigd te Lieshout, gemeente Laarbeek,
opposante.
1.    Procesverloop
Bij uitspraak van 1 september 2010, in zaak nr. 201006403/2, heeft de Afdeling na vereenvoudigde behandeling het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft Bavaria Vastgoed B.V. bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 23 september 2010, verzet gedaan.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft het verzet ter zitting behandeld op 11 oktober 2010, waar Bavaria Vastgoed B.V., vertegenwoordigd door mr. D.P. Mommaal, is verschenen.
2.    Overwegingen
2.1.    Bavaria Vastgoed B.V. stelt dat niet in geschil is dat zij geen machtiging heeft verstrekt waaruit blijkt dat [gemachtigde] namens haar beroep heeft ingesteld. Zij voert aan dat de brief waarin wordt vermeld dat er nog een machtiging moet worden opgestuurd onduidelijk is. Tevens voert zij aan dat uit het feit dat het verschuldigde griffierecht op tijd is betaald door Bavaria Vastgoed B.V. volgt dat zij er van op de hoogte was dat zij in beroep ging bij de Raad van State. Volgens haar volgt hier uit dat haar beroepschrift ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard.
2.2.    [gemachtigde] heeft in het beroepschrift verklaard dat hij als vastgoedmanager van Bavaria Vastgoed B.V. beroep instelt namens de dit bedrijf. Daarbij heeft [gemachtigde] geen machtiging overgelegd waaruit de gestelde vertegenwoordiging blijkt. Uit de stukken blijkt wel dat het verschuldigde griffierecht op tijd is betaald door Bavaria Vastgoed B.V. De Afdeling is van oordeel dat onder de onderhavige omstandigheden daaruit kan worden afgeleid dat Bavaria Vastgoed B.V. instemt met het door [gemachtigde] ingestelde beroep. Gelet hierop kan niet worden gezegd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was wegens het ontbreken van een schriftelijke ,machtiging.
2.3.    Het verzet is gegrond, waaruit volgt dat de uitspraak van 1 september 2010 is vervallen.
3.    Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het verzet gegrond.
Aldus vastgesteld door mr. T.G. Drupsteen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van drs. G.K. Klap, ambtenaar van staat.
w.g. Drupsteen    w.g. Klap
lid van de enkelvoudige kamer    ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 10 november 2010
315.