ECLI:NL:RVS:2010:BK8966
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Th.G. Drupsteen
- M. de Hek
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake bestuurlijke handhaving door college van gedeputeerde staten van Limburg
Op 7 januari 2010 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen [verzoeker] en het college van gedeputeerde staten van Limburg. Het college had op 24 juni 2009 een verzoek van [verzoeker] om toepassing van bestuurlijke handhavingsmiddelen met betrekking tot de inrichting van [vergunninghouder] op het perceel [locatie] te [plaats] afgewezen. Tegen deze beslissing heeft [verzoeker] beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter heeft het verzoek op 24 december 2009 ter zitting behandeld, waarbij zowel [verzoeker] als het college vertegenwoordigd waren. Ook [vergunninghouder] was als belanghebbende aanwezig.
In de overwegingen van de voorzitter werd ingegaan op de argumenten van [verzoeker], die stelde dat [vergunninghouder] de aan de vergunning verbonden voorschriften niet naleefde en dat er geluidgrenswaarden werden overschreden. Het college betwistte deze claims en stelde dat tijdens controlebezoeken geen overtredingen waren geconstateerd. De voorzitter concludeerde dat er geen aanleiding was om het besluit van 13 oktober 2009, waarin het bezwaar van [verzoeker] ongegrond was verklaard, te schorsen of een voorlopige voorziening te treffen. De voorzitter wees het verzoek van [verzoeker] af en oordeelde dat er geen proceskostenveroordeling nodig was.
De uitspraak benadrukt het voorlopige karakter van de beslissing en dat deze niet bindend is voor de bodemprocedure. De voorzitter heeft de zaak openbaar uitgesproken, waarbij de betrokken partijen aanwezig waren.