ECLI:NL:RVS:2010:BK9030
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Weigering ontheffing en bouwvergunning voor woninguitbreiding in Oudewater
In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 13 januari 2010 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening in het hoger beroep van [verzoeker] tegen het college van burgemeester en wethouders van Oudewater. Het college had op 29 april 2009 geweigerd om [verzoeker] ontheffing en bouwvergunning te verlenen voor het uitbreiden van een woning aan de achterzijde en het bebouwen van de overkapping op het perceel [locatie] te Oudewater. Na een intrekking van dit besluit op 23 juni 2009, bleef de weigering voor het bouwplan bestaan. De rechtbank Utrecht verklaarde op 5 november 2009 het beroep van [verzoeker] ongegrond, waarna hij hoger beroep instelde en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 7 januari 2010 werd het verzoek behandeld. [Verzoeker] stelde dat de bouwwerkzaamheden al waren begonnen en dat verdere vertraging onnodige schade zou veroorzaken. De voorzitter overwoog echter dat het schorsen van het besluit van 28 juli 2009 niet zou leiden tot het verkrijgen van een bouwvergunning voor het bouwplan. Bovendien werd opgemerkt dat de wet niet voorziet in een verklaring voor recht in het kader van een voorlopige voorziening, die slechts een voorlopig karakter heeft.
Uiteindelijk werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt de beperkingen van voorlopige voorzieningen in bestuursrechtelijke procedures en de noodzaak om aan de wettelijke vereisten te voldoen.