ECLI:NL:RVS:2010:BL4113

Raad van State

Datum uitspraak
8 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200910083/1/M1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.M. Boll
  • P. Plambeck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake bestuurlijke handhaving door de gemeente Tilburg

Op 4 december 2009 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tilburg een verzoek van de Vereniging Afvalbedrijven om toepassing van bestuurlijke handhavingmiddelen met betrekking tot een locatie aan de Kempenbaan te Tilburg afgewezen. De vereniging heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. Dit verzoek is op 25 januari 2010 ter zitting behandeld. De vereniging werd vertegenwoordigd door mr. V.M.Y. van 't Lam, advocaat te Amsterdam, en B. Kok. Het college werd vertegenwoordigd door mr. drs. J.J. Jaspers, advocaat te Voort, en enkele ambtenaren van de gemeente.

De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er eerder een uitspraak is gedaan waarbij een besluit van het college van 14 oktober 2009 is geschorst. Dit besluit betrof de vaststelling van ernstige bodemverontreiniging op de locatie aan de Kempenbaan, wat spoedige sanering noodzakelijk maakte. Echter, door de schorsing van dit besluit was er geen sprake van een spoedeisend belang dat het treffen van de verzochte voorlopige voorziening rechtvaardigde.

Daarom heeft de voorzitter besloten het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen. De beslissing werd op 8 februari 2010 in het openbaar uitgesproken. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

200910083/1/M1.
Datum uitspraak: 8 februari 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
de vereniging Vereniging Afvalbedrijven, gevestigd te 's-Hertogenbosch,
verzoekster,
en
het college van burgemeester en wethouders van Tilburg,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 4 december 2009 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tilburg (hierna: het college) een verzoek van de vereniging Vereniging Afvalbedrijven (hierna: de vereniging) om toepassing van bestuurlijke handhavingmiddelen met betrekking tot een locatie aan de Kempenbaan te Tilburg afgewezen.
Tegen dit besluit heeft de vereniging Vereniging Afvalbedrijven (hierna: de vereniging) bezwaar gemaakt.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 22 december 2009, heeft de vereniging de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 25 januari 2010, waar de vereniging, vertegenwoordigd door mr V.M.Y. van 't Lam, advocaat te Amsterdam, en B. Kok, en het college, vertegenwoordigd door mr. drs. J.J. Jaspers, advocaat te Voort, R. Sonneveldt, P. Jansen, P. Wouters en mr. M.H. Verhees, allen werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Bij uitspraak van heden, zaak nr. <a target="_blank" href="http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken_in_uitspraken/zoekresultaat/?zoeken_veld=afdeling&verdict_id=41909&utm_id=1&utm_source=Zoeken_in_uitspraken&utm_campaign=uitspraken&utm_medium=internet&utm_content=200910086/1/M1&utm_term=afdeling">200910086/1</a>, heeft de voorzitter het besluit van het college van 14 oktober 2009 geschorst. Bij dit besluit heeft het college op aanvraag van de gemeente Tilburg vastgesteld dat zich op een locatie aan de Kempenbaan te Tilburg een geval van ernstige bodemverontreiniging voordoet, met onaanvaardbare risico's voor mens, plant of dier, waarbij spoedige sanering noodzakelijk is, en ingestemd met het saneringsplan. Derhalve zal niet op korte termijn begonnen worden met de saneringswerkzaamheden, zodat met het verzoek geen spoedeisend belang gemoeid is, dat het treffen van de verzochte voorziening rechtvaardigt.
2.2. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.M. Boll, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P. Plambeck, ambtenaar van Staat.
w.g. Boll w.g. Plambeck
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 8 februari 2010
433.