ECLI:NL:RVS:2010:BL4137
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- H.J.J. Kalter
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake vergunning legkippenhouderij in Groesbeek
Op 3 november 2009 verleende het college van burgemeester en wethouders van Groesbeek een vergunning voor de oprichting en exploitatie van een legkippenhouderij. Dit besluit werd op 11 november 2009 ter inzage gelegd. De stichting Wakker Dier en de vereniging Werkgroep Milieubeheer Groesbeek (WMG) hebben hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 3 februari 2010 behandeld. Wakker Dier en WMG stelden dat het college onvoldoende rekening had gehouden met toekomstige ontwikkelingen, zoals de eisen van het Legkippenbesluit 2003, en dat de milieu-effectrapportage niet conform de Wet milieubeheer was uitgevoerd. Ze voerden aan dat er geen geluidgrenswaarden waren vastgesteld en dat de geurhinder onvoldoende was beoordeeld.
De voorzitter oordeelde dat de gronden van Wakker Dier en WMG nader onderzoek vereisen, maar dat er vooralsnog geen reden was om de verleende vergunning te betwisten. De voorzitter concludeerde dat de verplichting om andere stalsystemen te hanteren niet als een toekomstige ontwikkeling kon worden aangemerkt, en dat het college terecht geen rekening had gehouden met deze verplichting bij de beoordeling van de vergunningaanvraag. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gedaan op 12 februari 2010.