ECLI:NL:RVS:2010:BL6190
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.W.L. Loeb
- M.M. van der Smissen
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake openbaarmaking van informatie door het college van gedeputeerde staten van Flevoland
In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 24 februari 2010 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door het college van gedeputeerde staten van Flevoland, dat een eerdere uitspraak van de rechtbank Zwolle wilde aanvechten. De rechtbank had op 10 augustus 2009 geoordeeld dat het college een verzoek van [wederpartij] om openbaarmaking van informatie gedeeltelijk had afgewezen, en had het college opgedragen om opnieuw op het bezwaar van [wederpartij] te beslissen. Het college had hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat uitvoering van de uitspraak van de rechtbank tot onomkeerbare gevolgen zou kunnen leiden.
De voorzitter heeft het verzoek behandeld op 18 februari 2010 en geconcludeerd dat het college in afwachting van de uitspraak op de hoger beroepen niet opnieuw op het bezwaar van [wederpartij] hoeft te beslissen. De voorzitter oordeelde dat er geen gewichtige belangen van [wederpartij] waren die zich tegen toewijzing van het verzoek verzetten. De zaak zou op 6 april 2010 verder worden behandeld, maar de voorzitter heeft besloten om de voorlopige voorziening te treffen om te voorkomen dat het college onomkeerbare stappen zou ondernemen voordat er een definitieve uitspraak was gedaan.
De beslissing houdt in dat het college van gedeputeerde staten van Flevoland geen nieuw besluit op het bezwaar van [wederpartij] hoeft te nemen totdat de Afdeling op de hoger beroepen heeft beslist. Deze uitspraak is openbaar gemaakt op 24 februari 2010.