ECLI:NL:RVS:2010:BL7014

Raad van State

Datum uitspraak
4 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200904499/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • P.J.J. van Buuren
  • P.J.A.M. Broekman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Gieten OV-knooppunt en verkeersplein

Op 25 maart 2009 heeft de raad van de gemeente Aa en Hunze het bestemmingsplan "Gieten OV-knooppunt en verkeersplein" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben de verzoekers, wonend in de gemeente Aa en Hunze, op 23 juni 2009 beroep ingesteld bij de Raad van State. Op 12 februari 2010 hebben zij de voorzitter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, met als doel de voorgenomen bomenkap en andere werkzaamheden op te schorten totdat de Afdeling bestuursrechtspraak in de bodemprocedure uitspraak heeft gedaan. De verzoekers vroegen om uitstel van de tenuitvoerlegging van de werkzaamheden op de gronden met de bestemming "Groen" op basis van een eerder verleende aanlegvergunning van 8 oktober 2009. Dit verzoek volgde op een ongegrond verklaard bezwaar tegen het besluit van 22 januari 2010, waarin de aanlegvergunning werd gehandhaafd.

De voorzitter heeft de zaak zonder zitting behandeld en vastgesteld dat het bestemmingsplan op 25 juni 2009 in werking is getreden. Dit betekent dat het plan als basis kon dienen voor de verleende aanlegvergunning. De voorzitter concludeert dat een schorsing van het bestreden besluit geen invloed heeft op de werking van de aanlegvergunning en dat het verzoek om een voorlopige voorziening kennelijk ongegrond is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek afgewezen, en deze beslissing is openbaar uitgesproken op 4 maart 2010.

Uitspraak

200904499/2/R3.
Datum uitspraak: 4 maart 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekers], wonend te [woonplaats], gemeente Aa en Hunze,
en
de raad van de gemeente Aa en Hunze,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 25 maart 2009, kenmerk 2009/20, heeft de raad van de gemeente Aa en Hunze (hierna: de raad) het bestemmingsplan "Gieten OV-knooppunt en verkeersplein" (hierna: het plan) vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [verzoekers] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 23 juni 2009, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 12 februari 2010, hebben [verzoekers] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
2. Overwegingen
2.1. De voorzitter doet uitspraak zonder zitting.
2.2. [verzoekers] hebben gevraagd om een voorlopige voorziening, inhoudende dat de voorgenomen bomenkap en de overige werkzaamheden per 15 februari 2010 ter plaatse van het plandeel met de bestemming "Groen" van het plan ten behoeve van de aanleg van het OV-knooppunt worden opgeschort totdat de Afdeling in de bodemprocedure uitspraak heeft gedaan.
[verzoekers] verzoeken in dit verband om uitstel van de tenuitvoerlegging van de werkzaamheden op de gronden met de bestemming "Groen" op basis van de op 8 oktober 2009 verleende aanlegvergunning ten behoeve van het aanleggen en dempen van watergangen, het ophogen en egaliseren van gronden, het leggen van leidingen, het aanleggen van een geluidswal en het verwijderen van houtopstanden. Tegen dit besluit hebben [verzoekers] bezwaar gemaakt, dat bij besluit van 22 januari 2010 ongegrond is verklaard.
2.3. Vast staat dat het plan op 25 juni 2009 in werking is getreden nu vóór het verstrijken van de beroepstermijn ter zake van het bestreden besluit geen verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening bij de voorzitter is ingediend. Het plan kon derhalve als basis dienen voor de op 8 oktober 2009 verleende aanlegvergunning. Voorts heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystand bij uitspraak van 22 januari 2010 (registratienummers: Awb 09/2145, 09/2146, 09/2147, 09/2148 en 09/2149) het verzoek van [verzoekers] tot het treffen van een voorlopige voorziening met betrekking tot de verleende aanlegvergunning afgewezen. Bij beslissing op bezwaar van 22 januari 2010 is de aanlegvergunning gehandhaafd.
2.4. Uit het voorgaande volgt dat het beoogde doel met het onderhavige verzoek om een voorlopige voorziening te treffen niet kan worden bewerkstelligd. Een schorsing van het bestreden besluit heeft geen invloed op de werking van de verleende aanlegvergunning en kan naar voorlopig oordeel van de voorzitter evenmin van invloed zijn op een eventueel door de rechtbank nog te verrichten toetsing van de beslissing op bezwaar van 22 januari 2010, aangezien ten tijde van die beslissing het plan van kracht was.
2.5. Het verzoek dient als kennelijk ongegrond te worden afgewezen.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. P.J.J. van Buuren, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P.J.A.M. Broekman, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Buuren w.g. Broekman
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 4 maart 2010
12-602.