ECLI:NL:RVS:2010:BL7711
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.C.K.W. Bartel
- I.M. van der Heijden
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake goedkeuring uitwerkingsplan Baanhoek-West door college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland
Op 8 maart 2010 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door een verzoeker tegen het besluit van het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland, dat op 20 oktober 2009 goedkeuring verleende aan het uitwerkingsplan 'Uitwerkingsplan deelplan 2 Baanhoek-West', vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Sliedrecht op 15 september 2009. De verzoeker, die een paardenhouderij annex manege exploiteert, betoogde dat het uitwerkingsplan zijn bedrijfsvoering onaanvaardbaar zou beperken, omdat de woningbouw in de nabijheid van zijn bedrijf zou worden gerealiseerd en de ontwikkeling op een aanzienlijk deel van zijn gronden zou plaatsvinden.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 2 maart 2010, waar de verzoeker werd vertegenwoordigd door mr. J. van der Stel, advocaat te Dordrecht. Het college van gedeputeerde staten werd vertegenwoordigd door ing. E. Schepers, en het college van burgemeester en wethouders door mr. W. Labee. Ook de projectontwikkelaar was aanwezig, vertegenwoordigd door mr. J.R. Vermeulen, advocaat te Rotterdam.
De voorzitter oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, omdat er geen onverwijlde spoed aanwezig was. De projectontwikkelaar had verklaard dat de gronden van de verzoeker nog niet waren verworven en dat er nog geen bouwvergunning was aangevraagd. Hierdoor was er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzitter besloot ook dat er geen proceskostenveroordeling zou plaatsvinden.