ECLI:NL:RVS:2010:BL7714
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.C.K.W. Bartel
- I.M. van der Heijden
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan 'Buitengebied' van de gemeente Vlagtwedde
Op 22 september 2009 heeft de raad van de gemeente Vlagtwedde het bestemmingsplan 'Buitengebied' vastgesteld. Tegen dit besluit heeft een verzoeker, wonend te [woonplaats], op 11 december 2009 beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 2 maart 2010 ter zitting behandeld. De raad was vertegenwoordigd door G. Metselaar en K. Gringhuis, werkzaam bij de gemeente.
De voorzitter oordeelt dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet kan worden toegewezen. De verzoeker betoogt dat de gebruiksmogelijkheden van zijn landbouwschuur aan de [locatie] ernstig zijn beperkt en dat de bouw van een bedrijfswoning ten onrechte niet is toegelaten. Hij wijst op de gevolgen van de Ecologische Hoofdstructuur en het nabijgelegen Natura 2000-gebied, die niet in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Ook stelt hij dat het Waterplan Vlagtwedde en een convenant over waterberging niet zijn meegenomen in het plan.
De voorzitter constateert dat aan het perceel van de verzoeker de bestemming 'Agrarisch - 2' is toegekend, met aanduidingen die agrarisch gebruik toestaan, maar niet de uitoefening van een agrarisch bedrijf of wonen ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering. De voorzitter merkt op dat de verzoeker zijn agrarische bedrijfsvoering al heeft beëindigd en de gronden heeft verkocht, waardoor er geen onverwijlde spoed is die het treffen van een voorlopige voorziening vereist. De voorzitter wijst het verzoek af, omdat er geen aanknopingspunten zijn dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening.
De beslissing van de voorzitter is dat het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen, zonder proceskostenveroordeling.