ECLI:NL:RVS:2010:BL7716

Raad van State

Datum uitspraak
9 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200909101/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.C.K.W. Bartel
  • I.M. van der Heijden
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Ouderkerk Zuid 2006

Op 9 maart 2010 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen Stichting BONS en het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland. Het betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen de goedkeuring van het uitwerkingsplan 'Bestemmingsplan Ouderkerk Zuid 2006 - uitwerking Brede school'. Stichting BONS heeft op 26 november 2009 beroep ingesteld tegen het besluit van 29 september 2009 van het college van gedeputeerde staten, waarin goedkeuring werd verleend aan het uitwerkingsplan. In de procedure heeft Stichting BONS betoogd dat het college zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het uitwerkingsplan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening, met name vanwege zorgen over de luchtkwaliteit en de afstand tot de rijksweg A9.

De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 2 maart 2010, waar Stichting BONS werd vertegenwoordigd door mr. M.L.M. Lohman en het college van gedeputeerde staten door mr. M.H.J. van Riessen. Ook het college van burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel was ter zitting aanwezig, vertegenwoordigd door mr. M.A. Grapperhaus en drs. S.P. van Donkelaar. De voorzitter heeft overwogen dat Stichting BONS niet gebaat is bij schorsing van het bestreden besluit, omdat de vrijstelling van het voorlopig bouwverbod al was verleend en de bouw van de brede school daardoor mogelijk was. De voorzitter concludeert dat er geen onverwijlde spoed aanwezig is die het treffen van een voorlopige voorziening vereist.

De voorzitter heeft het verzoek van Stichting BONS afgewezen en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 9 maart 2010.

Uitspraak

200909101/2/R1.
Datum uitspraak: 9 maart 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
de stichting Stichting BONS, gevestigd te Ouderkerk aan de Amstel, gemeente Ouder-Amstel,
verzoekster,
en
het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 29 september 2009 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland besloten over de goedkeuring van het door het college van burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel bij besluit van 21 juli 2009 vastgestelde uitwerkingsplan "Bestemmingsplan Ouderkerk Zuid 2006 - uitwerking Brede school".
Tegen dit besluit heeft Stichting BONS bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 26 november 2009, beroep ingesteld.
Bij deze brief heeft Stichting BONS de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 2 maart 2010, waar Stichting BONS, vertegenwoordigd door mr. M.L.M. Lohman, advocaat te Amsterdam, en het college van gedeputeerde staten, vertegenwoordigd door mr. M.H.J. van Riessen, advocaat te Amsterdam, zijn verschenen. Voorts is ter zitting het college van burgemeester en wethouders, vertegenwoordigd door mr. M.A. Grapperhaus, advocaat te Amsterdam, en door drs. S.P. van Donkelaar, werkzaam bij de gemeente, als partij gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Stichting BONS betoogt dat het college van gedeputeerde staten zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het uitwerkingsplan, voor zover daarmee is voorzien in de bouw van een zogenoemde brede school op minder dan 150 meter afstand van de rijksweg A9, niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Zij voert aan dat op basis van het aan het plan ten grondslag gelegde luchtkwaliteitonderzoek niet kan worden geconcludeerd dat ter plaatse een goed leefklimaat kan worden gewaarborgd. In dit verband voert zij voorts aan dat onvoldoende onderzoek is gedaan naar alternatieve locaties voor de brede school.
2.2. Het plan voorziet in de uitwerking van de bestemming "Woondoeleinden (uit te werken)(WU)" met de aanduiding "schoollocatie (S)" in het bestemmingsplan "Ouderkerk-Zuid 2006". Ingevolge artikel 4, derde lid, van de planvoorschriften bij de bestemming "Woondoeleinden (uit te werken)(WU)", voor zover hier van belang, mogen bouwwerken niet worden gebouwd zolang en voor zover een uitwerking als bedoeld in dit artikel niet onherroepelijk is. Ingevolge het vierde lid, voor zover hier van belang, kan het college van burgemeester en wethouders vrijstelling verlenen van het voorlopig bouwverbod onder de voorwaarde dat het bouwplan in overeenstemming is met het ontwerpuitwerkingsplan dan wel op verantwoorde wijze kan worden ingepast in een vastgestelde uitwerking of een ontwerp daarvoor.
2.3. Bij besluit van 21 juli 2009 heeft het college van burgemeester en wethouders vrijstelling verleend van het voorlopig bouwverbod als bedoeld in artikel 4, derde lid, van de voorschriften van het bestemmingsplan en voorts bouwvergunning verleend voor de bouw van de brede school. Het daartegen door Stichting BONS gemaakte bezwaar is bij besluit van 15 oktober 2009 ongegrond verklaard. Tegen dit besluit heeft Stichting BONS beroep ingesteld.
2.4. Het verzoek van Stichting BONS is gericht tegen de bouw van de brede school als voorzien in het uitwerkingsplan. Stichting BONS is echter niet gebaat bij schorsing van het in geding zijnde deel van het bestreden besluit, aangezien die niet in de weg staat aan de verwezenlijking van het bouwplan, die mogelijk is geworden door voornoemde vrijstelling van het voorlopig bouwverbod in het bestemmingsplan en niet door het voorliggende uitwerkingsplan. Derhalve is geen onverwijlde spoed aanwezig die het treffen van een voorlopige voorziening vereist.
Voorts leent de onderhavige procedure zich niet voor het meer verdergaande onderzoek dat nodig is voor de beoordeling van het onderzoeksrapport en de adviezen die Stichting BONS heeft ingebracht in het kader van haar betoog dat ter plaatse van de brede school vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit geen aanvaardbaar leefklimaat kan worden gegarandeerd. Dit dient in de bodemprocedure plaats te vinden. Gelet hierop ziet de voorzitter geen aanleiding tot het treffen van een voorlopige voorziening.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.C.K.W. Bartel, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. I.M. van der Heijden, ambtenaar van Staat.
w.g. Bartel w.g. Van der Heijden
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 9 maart 2010
516.