ECLI:NL:RVS:2010:BL7770
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.M. Boll
- R. Teuben
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake wijziging inrichting voor afvalverwerking door De Meerlanden Holding N.V.
Op 12 maart 2010 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door een inwoner van Rijsenhout, die bezwaar had gemaakt tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland. Dit besluit, genomen op 24 december 2009, betrof een verklaring in het kader van de Wet milieubeheer voor een verandering van een inrichting die door De Meerlanden Holding N.V. wordt geëxploiteerd. De inrichting is bedoeld voor het op- en overslaan van huishoudelijke en bedrijfsafvalstoffen, het composteren van GFT-afval en het tijdelijk opslaan van compost.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 8 maart 2010, waarbij zowel de verzoeker als vertegenwoordigers van het college en De Meerlanden aanwezig waren. De voorzitter heeft overwogen dat de verandering van de inrichting, die onder andere de uitbreiding met een vergistingsinstallatie voor biogaswinning omvat, niet leidt tot een toename van de milieugevolgen. De voorzitter concludeerde dat er geen onverwijlde spoed was die een voorlopige voorziening rechtvaardigde, aangezien de melding van De Meerlanden niet voorziet in een uitbreiding van de capaciteit voor de verwerking van GFT-afval.
Uiteindelijk heeft de voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 12 maart 2010.