ECLI:NL:RVS:2010:BL7788
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- R. van Heusden
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit tot verwijdering van bouwwerk zonder bouwvergunning
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Raalte. Op 24 juni 2008 heeft het college [appellante] gelast om een bouwwerk, dat zonder bouwvergunning was opgericht op het perceel [locatie] te [plaats], te verwijderen en verwijderd te houden. Dit besluit werd gevolgd door een ongegrond verklaard bezwaar op 10 november 2008. De rechtbank Zwolle-Lelystad verklaarde op 12 augustus 2009 het beroep van [appellante] tegen dit besluit ongegrond. Hierop heeft [appellante] hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij de gronden zijn aangevuld in september 2009.
De Raad van State heeft de zaak behandeld op 16 februari 2010. Tijdens deze zitting was het college vertegenwoordigd door P.B.M. Droste. [appellante] betoogde dat de rechtbank had miskend dat het besluit van 24 juni 2008 aan haar echtgenoot was gericht, terwijl het besluit van 10 november 2008 aan haar was geadresseerd. De Raad van State oordeelde dat het college de last aan de echtgenoot als eigenaar van het perceel had opgelegd, en dat [appellante] als gebruiker van het bouwwerk daartegen bezwaar kon maken. De rechtbank had terecht geen nieuwe last gelezen in het besluit van 10 november 2008.
Het hoger beroep van [appellante] werd ongegrond verklaard, en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 17 maart 2010.