ECLI:NL:RVS:2010:BL7794
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- R. van Heusden
- Rechtspraak.nl
Weigering vrijstelling bestemmingsplan voor verbouwing kantoor tot bedrijfswoning in Eindhoven
In deze zaak gaat het om de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven om vrijstelling van het bestemmingsplan te verlenen voor de verbouwing van een kantoor tot een bedrijfswoning. Appellant, die op het perceel een taxi- en autoverhuuronderneming exploiteert, verzocht om deze vrijstelling, maar het college weigerde dit op 11 juni 2007. De reden voor de weigering was dat er geen noodzaak was voor een bedrijfswoning en dat de verbouwing in strijd was met het geldende bestemmingsplan 'Tongelre buiten de ring 1998'.
Appellant ging in bezwaar tegen deze beslissing, maar het college verklaarde het bezwaar ongegrond op 16 januari 2008. Vervolgens stelde appellant beroep in bij de rechtbank 's-Hertogenbosch, die op 31 augustus 2009 de zaak ongegrond verklaarde. Appellant ging hiertegen in hoger beroep bij de Raad van State, waarbij hij aanvoerde dat het college het gelijkheidsbeginsel had geschonden, omdat op andere percelen wel dienstwoningen waren toegestaan.
De Raad van State oordeelde dat de rechtbank terecht had vastgesteld dat de situaties niet gelijk te stellen waren. Het college had geen vrijstelling verleend voor het perceel waar appellant naar verwees, en de andere gevallen waren onder andere omstandigheden tot stand gekomen. Ook het betoog van appellant dat er toezeggingen waren gedaan door een ambtenaar van de gemeente werd verworpen, omdat hij niet kon aantonen dat deze toezeggingen namens het college waren gedaan.
Uiteindelijk bevestigde de Raad van State de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 17 maart 2010.