ECLI:NL:RVS:2010:BL8656
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- D.A.C. Slump
- J.J. den Broeder
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake ongeldigverklaring rijbewijs door CBR
In deze zaak heeft de stichting Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (hierna: CBR) op 16 april 2009 het rijbewijs van de wederpartij ongeldig verklaard voor alle categorieën. De wederpartij heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het CBR heeft dit bezwaar op 2 juli 2009 ongegrond verklaard. De wederpartij heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank Breda, die op 22 januari 2010 het beroep gegrond heeft verklaard. De rechtbank heeft het besluit van 2 juli 2009 vernietigd en het CBR gelast het rijbewijs binnen acht dagen te retourneren aan de wederpartij.
Tegen deze uitspraak heeft het CBR hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 4 maart 2010 behandeld. Het CBR betoogde dat de uitspraak van de rechtbank, die de verplichting om een nieuw besluit op bezwaar te nemen en het rijbewijs te retourneren aan de wederpartij inhoudt, de verkeersveiligheid in gevaar zou brengen. De voorzitter heeft overwogen dat het CBR geen belang heeft bij het treffen van de voorlopige voorziening, omdat het rijbewijs niet meer in het bezit van de wederpartij is en het CBR in staat is om een nieuw besluit op bezwaar te nemen.
Uiteindelijk heeft de voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en het CBR veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de wederpartij, die op € 437,00 zijn vastgesteld. De uitspraak is gedaan op 16 maart 2010 en is openbaar gemaakt.