ECLI:NL:RVS:2010:BL8657

Raad van State

Datum uitspraak
15 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200908290/3/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J.C.K.W. Bartel
  • I.M. van der Heijden
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Oostelijke Handelskade 4 en de gevolgen voor het woon- en leefklimaat

In deze zaak gaat het om het bestemmingsplan "Oostelijke Handelskade 4" dat op 15 september 2009 door de stadsdeelraad Zeeburg is vastgesteld. Diverse appellanten hebben tegen dit besluit beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij zij hun bezorgdheid uiten over de gevolgen van de toegestane discotheek op het woon- en leefklimaat. De Raad van State heeft op 15 maart 2010 uitspraak gedaan. De appellanten betogen dat de stadsdeelraad niet in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat de discotheek geen onaanvaardbare hinder zou veroorzaken. Ze wijzen op geluidsoverlast en verkeersproblemen die voortvloeien uit de exploitatie van de discotheek.

De Raad van State oordeelt dat de stadsdeelraad onvoldoende rekening heeft gehouden met de gevolgen van het bestemmingsplan voor het woon- en leefklimaat. De stadsdeelraad had eerder goedkeuring onthouden aan een aanduiding die discotheken toestond, omdat er onvoldoende onderzoek was gedaan naar de impact op de omgeving. De Raad van State concludeert dat het bestreden besluit in strijd is met de zorgvuldigheidseisen van de Algemene wet bestuursrecht. De beroepen van de appellanten worden gegrond verklaard, en het besluit van de stadsdeelraad wordt vernietigd. Tevens wordt de stadsdeelraad veroordeeld tot vergoeding van proceskosten aan de appellanten.

Uitspraak

200908290/3/R1.
Datum uitspraak: 15 maart 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
1. [appellant sub 1], wonend te [woonplaats],
2. [appellanten sub 2], beiden wonend te [woonplaats],
3. [appellanten sub 3], allen wonend te [woonplaats],
4. [appellanten sub 4], beiden wonend te [woonplaats],
5. [appellant sub 5], wonend te [woonplaats],
appellanten,
en
de stadsdeelraad Zeeburg,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 15 september 2009, nr. 2009/5451, heeft de stadsdeelraad het bestemmingsplan "Oostelijke Handelskade 4" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 29 oktober 2009, [appellanten sub 2] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 6 november 2009, [appellanten sub 3] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 10 november 2009, [appellanten sub 4] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 10 november 2009, en [appellant sub 5] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 10 november 2009, beroep ingesteld. [appellant sub 2] heeft haar beroep aangevuld bij brief van 11 november 2009. [appellant sub 5] heeft zijn beroep aangevuld bij brief van 9 december 2009.
De stadsdeelraad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
2. Overwegingen
2.1. Met het plan is beoogd te voorzien in een planologisch-juridische regeling van het bestaande gebruik als restaurant en discotheek ter plaatse van de Oostelijke Handelskade 4.
2.2. Bij besluit van 18 september 2007 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland goedkeuring onthouden aan de aanduiding "+hVI (horeca VI als hoogste categorie toegestaan)" die in het bestemmingsplan "Borneo, Sporenburg en Rietlanden" aan het in geding zijnde perceel was toegekend. Volgens het college was aan het plan onvoldoende onderzoek naar de gevolgen van het bedrijf voor het woon- en leefklimaat in de omgeving ten grondslag gelegd, met name op het punt van de verkeersaantrekkende werking, parkeerbehoefte, milieueffecten en overlast van bezoekers. Nu in het plan geen beperkingen aan de op het perceel gelegde bestemming waren gesteld, was volgens het college onvoldoende garantie geboden voor een goed woon- en leefklimaat, zodat het de aanduiding "+hVI", waarmee dancings, discotheken en sociëteiten waren toegestaan, in strijd met een goede ruimtelijke ordening heeft geacht.
2.3. In haar uitspraak van 26 november 2008 was de Afdeling met het college van oordeel dat bij het gebruik van het perceel als dancing, discotheek dan wel sociëteit een goed woon- en leefklimaat onvoldoende was verzekerd, zodat de onthouding van goedkeuring aan voornoemde aanduiding in stand is gelaten.
2.4. In het voorliggende plan is aan de gronden van het perceel Oostelijke Handelskade 4 de bestemming "Horeca (H)" met de aanduiding "functiescheidingslijn" en twee aanduidingen "h<VI" toegekend.
2.4.1. Ingevolge artikel 3.1.1 van de planregels zijn de op de plankaart voor "Horeca (H)" aangewezen gronden met de functieaanduiding "h<III" bestemd voor:
horeca I: lunchroom, tearooms, ijssalons, koffie- en theehuizen;
horeca II: restaurants;
horeca III: café-restaurants;
alsmede als ontsluitingsroute voor "h<VI".
Ingevolge artikel 3.1.2 zijn de op de plankaart voor "Horeca (H)" aangewezen gronden met de functieaanduiding "h<VI" bestemd voor:
horeca I: lunchroom, tearooms, ijssalons, koffie- en theehuizen;
horeca II: restaurants;
horeca III: café-restaurants;
horeca IV: bars en (nacht)cafés;
horeca V: fastfood (automatieken, snackbars, loketverkoop en fastfoodrestaurants);
horeca VI: dancings, discotheken en sociëteiten met een maximum van 500 m² netto verblijfsruimte.
2.5. Appellanten betogen in hoofdzaak dat de stadsdeelraad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de toegelaten discotheek niet leidt tot een onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat. Zij stellen onaanvaardbare geluidhinder en verkeers- en parkeeroverlast te ondervinden ten gevolge van de exploitatie van de discotheek.
2.6. Volgens de plantoelichting voorziet het plan in de toevoeging van de gebruiksfunctie van discotheek naast het reeds toegelaten gebruik als bar, (nacht)café en restaurant en hebben nadere onderzoeken uitgewezen dat het mede tot discotheek bestemmen van een gedeelte van het perceel geen onaanvaardbare gevolgen voor het woon- en leefklimaat heeft.
2.7. Anders dan blijkens de plantoelichting, het vaststellingsbesluit en de toekenning van de aanduiding "functiescheidingslijn" op de plankaart is beoogd, is op de plankaart aan het gehele plangebied de aanduiding "h<VI" toegekend. De stadsdeelraad heeft niet onderkend dat daarmee het gebruik als discotheek ter plaatse van het bestaande restaurant mogelijk is gemaakt. Voorts is niet onderkend dat, nu op de plankaart niet aan een deel van de gronden de aanduiding "h<III"is toegekend, het plan niet voorziet in de beoogde ontsluitingsroute ten behoeve van de discotheek. Reeds daarom is het bestreden besluit genomen in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid. De beroepen zijn kennelijk gegrond. Het bestreden besluit dient wegens strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht te worden vernietigd. Gelet hierop behoeven de overige argumenten geen bespreking meer.
2.8. De stadsdeelraad dient ten aanzien van [appellanten sub 2] en [appellant sub 5] op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld. Wat betreft [appellant sub 1], [appellanten sub 3] alsmede [appellanten sub 4] is niet gebleken van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart de beroepen gegrond;
II. vernietigt het besluit van de stadsdeelraad Zeeburg van 15 september 2009, nr. 2009/5451;
III. veroordeelt de stadsdeelraad Zeeburg tot vergoeding van bij [appellant sub 2] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 437,00 (zegge: vierhonderdzevenendertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
veroordeelt de stadsdeelraad Zeeburg tot vergoeding van bij [appellant sub 5] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 437,00 (zegge: vierhonderdzevenendertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
IV. gelast dat de stadsdeelraad Zeeburg aan appellanten het door hen voor de behandeling van de beroepen betaalde griffierecht ten bedrage van € 150,00 (zegge: honderdvijftig euro) voor [appellant sub 1], € 150,00 (zegge: honderdvijftig euro) voor [appellanten sub 2], € 150,00 (zegge: honderdvijftig euro) voor [appellanten sub 3], € 150,00 (zegge: honderdvijftig euro) voor [appellanten sub 4] en € 150,00 (zegge: honderdvijftig euro) voor [appellant sub 5] vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.C.K.W. Bartel, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. I.M. van der Heijden, ambtenaar van Staat.
w.g. Bartel w.g. Van der Heijden
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 15 maart 2010
Tegen deze uitspraak kan verzet worden gedaan bij de Afdeling (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht).
- Verzet dient schriftelijk en binnen zes weken na verzending van deze uitspraak te worden gedaan.
- In het verzetschrift moeten de redenen worden vermeld waarom de indiener het niet eens is met de gronden waarop de beslissing is gebaseerd.
- Indien de indiener over het verzet door de Afdeling wenst te worden gehoord, dient dit in het verzetschrift te worden gevraagd. Het horen gebeurt dan uitsluitend over het verzet.
516.