Op 7 april 2010 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vergunning die op 27 januari 2010 door het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland was verleend aan N.V. Nederlandse Gasunie. Deze vergunning betrof de oprichting en het in werking hebben van een gascompressorstation met meet- en regelstation, gelegen aan de Provincialeweg N-214 km 3,8 te Wijngaarden, gemeente Graafstroom. Het besluit tot vergunningverlening werd op 1 februari 2010 ter inzage gelegd.
Verzoekers, bestaande uit [verzoeker A], [verzoeker B], [verzoeker C] en de Stichting Behoud Polders Graafstroom, hebben op 15 maart 2010 beroep ingesteld tegen dit besluit. Tevens hebben zij verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter heeft het verzoek op 1 april 2010 ter zitting behandeld, waarbij de verzoekers werden bijgestaan door mr. J.M. Smits en het college vertegenwoordigd was door drs. A.W. Lameijer-Hellendoorn en anderen. De Gasunie was ook aanwezig, vertegenwoordigd door mr. N.H. van den Biggelaar en anderen.
In de overwegingen van de voorzitter werd opgemerkt dat het oordeel voorlopig van aard is en niet bindend in de bodemprocedure. De voorzitter constateerde dat de verzoekers geen zienswijze tegen het ontwerpbesluit hadden ingediend en dat het bestreden besluit was gewijzigd op basis van het advies van de brandweer. De voorzitter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien het gascompressorstation pas in oktober 2011 in werking zou treden. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd dan ook afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.