ECLI:NL:RVS:2010:BM1024

Raad van State

Datum uitspraak
9 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200909229/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Haagstraat 55 en verzoek om voorlopige voorziening

Op 22 oktober 2009 heeft de raad van de gemeente Valkenswaard het bestemmingsplan "Haagstraat 55" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben de verzoekers op 1 december 2009 beroep ingesteld bij de Raad van State. Tevens hebben zij op 15 december 2009 verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter heeft het verzoek op 26 maart 2010 ter zitting behandeld, waar zowel de verzoekers als de raad vertegenwoordigd waren. De raad werd vertegenwoordigd door mr. M.C.L. Walta, werkzaam bij de gemeente, en Bouwvereniging Woningbelang was vertegenwoordigd door mr. A.J.L. Claassen, advocaat te Eindhoven, en B.C.M. Padberg, werkzaam bij de vereniging.

De voorzitter oordeelt dat het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden afgewezen. De verzoekers stellen dat het bestemmingsplan leidt tot parkeeroverlast, omdat er naar hun mening te weinig parkeerplaatsen zijn voorzien. De raad heeft echter aangegeven dat de parkeerbehoefte is vastgesteld op 34,8 parkeerplaatsen, en dat er 35 parkeerplaatsen in het plan zijn opgenomen. De voorzitter concludeert dat de raad op goede gronden heeft vastgesteld dat het aantal parkeerplaatsen voldoet aan de eisen.

Daarnaast hebben de verzoekers bezwaren geuit over de groenvoorzieningen en de ligging van de bouwvlakken. De raad heeft aangegeven dat de bomen die gekapt worden van beperkte waarde zijn en dat er aandacht zal zijn voor de groene inrichting van het perceel. De voorzitter is van mening dat de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat met zich meebrengt. Gezien deze overwegingen heeft de voorzitter besloten het verzoek om een voorlopige voorziening af te wijzen.

Uitspraak

200909229/2/R3.
Datum uitspraak: 9 april 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekers], allen wonend te [woonplaats],
en
de raad van de gemeente Valkenswaard,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 22 oktober 2009 heeft de raad het bestemmingsplan "Haagstraat 55" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [verzoekers] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 1 december 2009, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 15 december 2009, hebben [verzoekers] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 26 maart 2010, waar [verzoekers], van wie [2 verzoekers] in persoon, en de raad, vertegenwoordigd door mr. M.C.L. Walta, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Voorts is ter zitting Bouwvereniging Woningbelang, vertegenwoordigd door mr. A.J.L. Claassen, advocaat te Eindhoven, en B.C.M. Padberg, werkzaam bij Bouwvereniging Woningbelang, verschenen.
Buiten bezwaren van partijen zijn nadere stukken in het geding gebracht.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het plan voorziet in de mogelijkheid om woningen te bouwen in het plangebied.
2.3. [verzoekers] stellen dat zij als gevolg van het plan parkeeroverlast verwachten, nu in hun ogen voor de bouwlocatie "Haagstraat/Willibrorduslaan" en het bestaande complex "Jozefhage" in te weinig parkeerplaatsen wordt voorzien. Volgens hen blijkt dit laatste uit een ambtelijk stuk van de gemeente Valkenswaard van 29 januari 2008, waarin de parkeerbehoeften van de bouwlocaties "Haagstraat 55" en "Haagstraat/Willibrorduslaan" en van het complex "Jozefhage" tezamen zijn beschouwd.
[verzoekers] stellen voorts dat de raad voor dit plan de parkeernormen had moeten hanteren uit de beleidsnota parkeernormering gemeente Valkenswaard, versie 19 oktober 2008 (hierna: de beleidsnota). Bij toepassing van die parkeernormen zijn er volgens hen in dit geval bijna 40 parkeerplaatsen vereist in plaats van 35.
Tot slot stellen [verzoekers] dat de voor dit plan benodigde parkeerplaatsen niet binnen het plangebied kunnen worden verwezenlijkt.
2.3.1. De raad stelt dat hij voor de bepaling van de parkeerbehoefte in dit geval aansluiting heeft gezocht bij de parkeernormen zoals aanbevolen door het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek in de CROW-publicatie 182 (hierna: CROW-normen). Aan de hand van die normen is vastgesteld dat er voor het plangebied een parkeerbehoefte bestaat van 34,8 parkeerplaatsen. Volgens de raad voorzien de plannen in de aanleg van 35 parkeerplaatsen, zodat aan de eisen met betrekking tot het aantal parkeerplaatsen wordt voldaan.
De raad stelt voorts dat hij bij de bepaling van het aantal vereiste parkeerplaatsen in dit geval terecht niet de beleidsnota tot uitgangspunt heeft genomen, nu ingevolge die beleidsnota in dit geval voor het bepalen van de parkeerbehoefte nog moet worden aangesloten bij de CROW-normen. Overigens wijst de raad erop dat [verzoekers] bij hun verwijzing naar de beleidsnota zijn uitgegaan van een onjuist woningtype.
De raad stelt tot slot dat binnen het plangebied voldoende parkeerplaatsen kunnen worden aangelegd.
2.3.2. In deze procedure is uitsluitend het plan "Haagstraat 55" aan de orde. Bezwaren die [verzoekers] hebben aangevoerd met betrekking tot het bouwplan "Haagstraat/Willibrorduslaan", dat niet is gelegen binnen het plangebied, dienen derhalve buiten beschouwing te blijven. Voor zover het ambtelijk stuk van 29 januari 2008 mede ziet op het plangebied, overweegt de voorzitter dat daarin, evenals in de toelichting op het plan, is uitgegaan van 35 parkeerplaatsen voor het plangebied.
2.3.3. De beleidsnota is opgesteld ten behoeve van artikel 2.5.30 van de bouwverordening Valkenswaard en vormt het toetsingskader voor aanvragen om bouwvergunning of vrijstelling met de mogelijkheid van ontheffing van de parkeerplaatsverplichting. De voorzitter leidt uit het standpunt van de raad met betrekking tot de beleidsnota af dat, hoewel deze nota beleidsmatig bij de totstandkoming van bestemmingsplannen zal worden toegepast, dit niet geldt indien voor de betrokken gebieden reeds gebiedsvisies in ontwikkeling zijn.
In dit geval is de gebiedsvisie "Haagstraat 55" blijkens de toelichting op het plan vastgesteld op 24 oktober 2006 en heeft de raad bij de vaststelling van het plan overeenkomstig het ter zake door hem ingenomen beleidsuitgangspunt de CROW-normen als parkeernormen gehanteerd. De voorzitter acht het, mede gelet op hetgeen in de beleidsnota in voetnoot 3 op pagina 5 is gesteld, niet onjuist of onredelijk dat de raad in het onderhavige geval niet de parkeernormen uit de beleidsnota tot uitgangspunt heeft genomen, maar de CROW-normen. Uitgaande van deze normen heeft de raad op goede gronden vastgesteld dat de parkeerbehoefte bij de realisering van het plan 35 parkeerplaatsen bedraagt. Daarbij is van belang dat niet is gebleken dat de raad bij de toepassing van de CROW-normen is uitgegaan van een onjuiste typering van het soort woningen en de ligging van het plangebied. Voorts is, gelet op de ter zitting getoonde kaarten, niet aannemelijk gemaakt dat het bestemmingsplan het realiseren van dit aantal parkeerplaatsen niet mogelijk maakt.
2.4. [verzoekers] stellen dat in het plan niet voorzien is in voldoende groenvoorzieningen.
2.4.1. De raad stelt dat de bomen die gekapt zullen worden op het perceel Haagstraat 55 vrij jonge bomen betreffen die slechts een beperkte waarde hebben. Volgens de raad zal bij de nieuwe inrichting van het perceel veel aandacht worden besteed aan de groene inkleding en tevens worden bezien of er nieuwe bomen geplant kunnen worden.
2.4.2. Gezien de omvang van de in het plan aangewezen gronden met de bestemming "Groen" alsmede de in de directe omgeving van het plangebied reeds aanwezige groenvoorzieningen heeft de raad zich naar het oordeel van de voorzitter in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het plan op dit punt geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat met zich brengt.
2.5. [verzoekers] stellen dat de bouwvlakken ten behoeve van de rij van 10 woningen en ten behoeve van de 6 patiowoningen erg dicht tegen de Haagstraat aan liggen.
2.5.1. De raad stelt dat tussen de beoogde bebouwing en de Haagstraat nog een groenstrook is geprojecteerd en dat in het plan alleen gronden met de bestemming "Verkeer-verblijf" aan de Haagstraat grenzen, doch niet gronden met de bestemming "Wonen".
2.5.2. De voorzitter ziet in de ligging van de door [verzoekers] bedoelde bouwvlakken, mede gezien de daarlangs gelegen gronden met de bestemming "Groen", geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat die ligging passend is.
2.6. Gezien het vorenstaande bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R.I.Y. Lap, ambtenaar van Staat.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Lap
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 9 april 2010
288.