200905212/1/H1.
Datum uitspraak: 21 april 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op de hoger beroepen van:
1. [appellante sub 1] en anderen, gevestigd te [plaats],
2. [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] (hierna gezamenlijk en in enkelvoud: [appellant sub 2]), wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 1 juli 2009 in de zaken nrs. 08/2121 en 08/2107 in het geding tussen:
het college van burgemeester en wethouders van Bolsward
(hierna: het college)
Bij besluit van 4 maart 2008 heeft het college aan Landelijke rijvereniging en ponyclub De Hanzeruiters (hierna: De Hanzeruiters) vrijstelling van het bestemmingsplan en bouwvergunning eerste fase verleend voor het oprichten van een rijhal paardensport met kantine op het perceel Laad en Zaad te Bolsward (hierna: het perceel).
Bij besluit van 5 augustus 2008 heeft het college de door [appellante sub 1] e.a en [appellant sub 2] daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 1 juli 2009, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank de door [appellante sub 1] e.a. en [appellant sub 2] daartegen ingestelde beroepen ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben [appellante sub 1] e.a. bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 17 juli 2009, en [appellant sub 2] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 10 augustus 2009, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 maart 2010, waar [appellante sub 1] e.a., vertegenwoordigd door M. van Dijk-van de Gaast, en [appellant sub 2A], bijgestaan door mr. J. van Groningen, advocaat te Middelharnis, zijn verschenen. Voorts is daar het college, vertegenwoordigd door mr. H.E. de Hoo, werkzaam bij de gemeente, verschenen.
2.1. Het bouwplan voorziet in de oprichting op het perceel van een rijhal voor de paardensport met kantine met een totale bruto vloeroppervlakte van 1915 m² ten behoeve van De Hanzeruiters.
2.1.1. Bij besluit van 16 september 2008 heeft de raad van de gemeente Bolsward het bestemmingsplan "Bolsward- Buitengebied" (hierna: het bestemmingsplan) vastgesteld. Gedeputeerde staten van Fryslân hebben bij besluit van 17 maart 2009 over de goedkeuring ervan besloten.
Bij uitspraak van 15 september 2009 in zaak nr. 200903997/3/R2 (www.raadvanstate.nl) heeft de Afdeling, voor zover thans van belang, het tegen dat besluit, voor zover daarbij aan de aan het perceel toegekende bestemming "Recreatie - Manege" goedkeuring is verleend, ingestelde beroep ongegrond verklaard. Nu het bestemmingsplan in zoverre in rechte onaantastbaar is, hebben [appellante sub 1] e.a. en [appellant sub 2] in beginsel geen belang bij het door hen ingestelde hoger beroep, voorzover het oordeel van de rechtbank over de vrijstelling daarbij wordt aangevochten. Thans kan ten behoeve van het bouwplan zonder vrijstelling bouwvergunning worden verleend, omdat het niet in strijd is met het bestemmingsplan. Voor zover het al in commerciële activiteiten voorziet, sluit het bestemmingsplan gebruik van het perceel daarvoor niet uit. Ingevolge het bestemmingsplan zijn de voor "Recreatie-Manege" aangewezen gronden onder meer bestemd voor maneges. Op deze gronden mogen onder meer gebouwen ten dienste van deze bestemming, zoals bedrijfsgebouwen, worden opgericht. Voorts worden manege-activiteiten in het bestemmingsplan omschreven als bedrijfsactiviteiten met een publieksgericht karakter, die zijn gericht op het bieden van gelegenheid tot het berijden en verzorgen van paarden en pony's, waaronder het lesgeven, de verhuur of het organiseren van wedstrijden en/of andere hippische evenementen.
Van bijzondere omstandigheden, in verband waarmee niettemin belang bij het ingestelde hoger beroep, voor zover betrekking hebbend op de vrijstelling, moet worden aangenomen, is niet gebleken.
2.2. [appellante sub 1] e.a. en [appellant sub 2] hebben in hoger beroep ten aanzien van de bouwvergunning slechts de in eerste instantie aangevoerde beroepsgronden herhaald en ingelast. Dienaangaande wordt overwogen dat de rechtbank op die gronden is ingegaan en zij geen redenen hebben aangevoerd, waarom de aangevallen uitspraak op dat punt onjuist, dan wel onvolledig is. Gelet hierop, kan het aldus aangevoerde evenmin leiden tot vernietiging van de aangevallen uitspraak.
2.3. De hoger beroepen zijn ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, voorzitter, en mr. C.W. Mouton en mr. J.C. Kranenburg, leden, in tegenwoordigheid van mr. P. Lodder, ambtenaar van Staat.
w.g. Loeb w.g. Lodder
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 21 april 2010