ECLI:NL:RVS:2010:BM1787
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- R. Teuben
- Rechtspraak.nl
Vergunning voor het oprichten van windturbines in Helmond
Op 22 december 2009 verleende het college van burgemeester en wethouders van Helmond een vergunning voor het oprichten en in werking hebben van twee windturbines aan de Kanaaldijk-Noord-West en de Kasteellaan, te Helmond. Dit besluit werd op 14 januari 2010 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit heeft een verzoeker op 18 februari 2010 beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, K. Brink, heeft het verzoek op 7 april 2010 ter zitting behandeld. Het college was vertegenwoordigd door mr. P. Helmus, terwijl de verzoeker niet ter zitting verscheen.
De voorzitter oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening een voorlopig karakter heeft en niet bindend is in de bodemprocedure. Het college betoogde dat de verzoeker geen belanghebbende is bij het bestreden besluit, aangezien de woning van de verzoeker op meer dan 3 kilometer afstand van de windturbines ligt. Volgens de Wet milieubeheer kunnen alleen belanghebbenden, zoals eigenaren en bewoners van percelen waarop milieugevolgen van de inrichting kunnen worden ondervonden, beroep instellen. De voorzitter concludeerde dat het niet aannemelijk is dat de verzoeker milieugevolgen zal ondervinden van de windturbines, gezien de afstand en de beperkte hoogte van de turbines.
Daarom werd het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen en werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd op 16 april 2010 in het openbaar uitgesproken.