ECLI:NL:RVS:2010:BM2591

Raad van State

Datum uitspraak
19 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201001177/2/H1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
  • T. van Goeverden-Clarenbeek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van besluit college van burgemeester en wethouders van Tholen inzake handhaving gebruik perceel voor schermvliegtuigen

Op 19 april 2010 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Het betreft een geschil tussen [verzoeker], die een paramotorschool drijft, en het college van burgemeester en wethouders van Tholen. Het college had op 10 mei 2007 een verzoek van de regionaal inspecteur om handhavend op te treden tegen het gebruik van een perceel voor het opstijgen en landen met schermvliegtuigen afgewezen. De regionaal inspecteur had hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college verklaarde dit bezwaar ongegrond. De rechtbank Middelburg oordeelde op 24 december 2009 dat het college ten onrechte had afgewezen en vernietigde het besluit. Hierop heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.

In de procedure bij de Raad van State heeft de voorzitter op 8 april 2010 het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. De voorzitter overwoog dat het besluit van 26 januari 2010, waarbij het college het bezwaar van de regionaal inspecteur gegrond verklaarde en [verzoeker] dwong het gebruik van het perceel te staken, niet zonder meer in stand zal blijven. Dit werd onderbouwd door het feit dat het gebruik van het perceel onder het overgangsrecht valt, aangezien dit gebruik al voor de inwerkingtreding van het bestemmingsplan op 14 december 2004 plaatsvond.

De voorzitter besloot tot schorsing van het besluit van het college en veroordeelde het college tot vergoeding van de proceskosten aan [verzoeker]. De proceskosten werden vastgesteld op € 874,00, en het college moest ook het griffierecht van € 223,00 vergoeden. De uitspraak werd openbaar gedaan op 19 april 2010.

Uitspraak

201001177/2/H1.
Datum uitspraak: 19 april 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Middelburg (hierna: de rechtbank) van 24 december 2009 in zaak nr. 08/177 in het geding tussen:
de regionaal inspecteur VROM inspectie - regio Zuid-West (hierna: de regionaal inspecteur)
en
het college van burgemeester en wethouders van Tholen (hierna: het college).
1. Procesverloop
Bij besluit van 10 mei 2007 heeft het college het verzoek van de regionaal inspecteur om handhavend op te treden tegen het gebruik van een perceel aan de [locatie] te [plaats] voor het opstijgen en landen met schermvliegtuigen afgewezen.
Bij besluit van 18 december 2007 heeft het college het door de regionaal inspecteur daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 24 december 2009, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het door de regionaal inspecteur daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard en dat besluit vernietigd.
Tegen deze uitspraak heeft [verzoeker] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 1 februari 2010, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief van 26 februari 2010.
Bij besluit van 26 januari 2010 heeft het college het bezwaar van de regionaal inspecteur tegen het besluit van 10 mei 2007 gegrond verklaard en [verzoeker] onder oplegging van een dwangsom gelast het gebruik van het perceel [locatie] te [plaats] als opstijg- en landingsplaats voor een schermvliegtuig te staken.
Bij brief, bij de rechtbank ingekomen op 18 maart 2010, heeft [verzoeker] verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De rechtbank heeft het verzoek doorgezonden naar de Raad van State.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 8 april 2010, waar [verzoeker], in persoon en bijgestaan door mr. M.H.J. Seelen, en het college, vertegenwoordigd door mr. C.J. IJdema, advocaat te Middelburg, zijn verschenen. Voorts is ter zitting de regionaal inspecteur, vertegenwoordigd door mr. drs. R.G.P. van Slijpe, werkzaam bij het ministerie van VROM, en bijgestaan door B. Ventevogel, gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Op voorhand is niet buiten twijfel dat het besluit van 26 januari 2010, waarvan schorsing wordt verzocht, in stand zal blijven. Dit met name gelet op het feit dat [verzoeker] in het kader van zijn beroep tegen dat besluit heeft aangevoerd dat het gebruik onder het overgangsrecht als bedoeld in artikel 47, eerste lid, van de bij het bestemmingsplan "Buitengebied" behorende planvoorschriften valt, omdat dit - hetgeen door het college ter zitting ook is erkend - reeds voor de inwerkingtreding van dat plan op 14 december 2004 plaatsvond.
Het vorenstaande in aanmerking nemend, alsook gelet op het belang dat [verzoeker], die een paramotorschool drijft, heeft bij het kunnen voorzetten van het reeds jaren plaatsvindende gebruik, ziet de voorzitter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
2.3. Het college dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Tholen van 26 januari 2010, kenmerk Bars 2004/476, 10.02053lllvh;
II. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Tholen tot vergoeding van bij [verzoeker] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 874,00 (zegge: achthonderdvierenzeventig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III. gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Tholen aan [verzoeker] het door hem voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 223,00 (zegge: tweehonderddrieëntwintig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. T. van Goeverden-Clarenbeek, ambtenaar van Staat.
w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek w.g. Van Goeverden-Clarenbeek
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 19 april 2010
488.