ECLI:NL:RVS:2010:BM2615
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- M.J. van der Zijpp
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake handhaving veehouderij met nevenactiviteiten
In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 23 april 2010 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door [verzoeker] tegen het college van burgemeester en wethouders van Barneveld, dat op 2 oktober 2009 het verzoek van [verzoeker] om toepassing van bestuurlijke handhavingsmiddelen met betrekking tot de veehouderij van [vergunninghouder] had afgewezen. Na een bezwaarprocedure heeft het college op 29 januari 2010 het eerdere besluit gedeeltelijk herroepen, maar [verzoeker] heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzitter heeft het verzoek op 7 april 2010 behandeld. [verzoeker] verzocht om handhavend op te treden tegen nevenactiviteiten van de veehouderij, zoals kamperen bij de boer en het organiseren van dagrecreatieve activiteiten. De voorzitter overwoog dat de nevenactiviteiten niet vergund waren, waardoor het college bevoegd was om handhavend op te treden. Echter, het college had op 24 maart 2010 een ontwerpbesluit opgesteld voor vergunningverlening van deze activiteiten, wat impliceerde dat er op korte termijn legalisatie zou plaatsvinden.
Gezien deze omstandigheden oordeelde de voorzitter dat er geen onverwijlde spoed was die een voorlopige voorziening vereiste. De voorzitter wees het verzoek af, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak benadrukt het belang van handhaving in het algemeen belang, maar erkent ook de mogelijkheid van legalisatie van activiteiten.