ECLI:NL:RVS:2010:BM4955
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M.G.J. Parkins-de Vin
- S. Langeveld
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Scholeneiland Odijk 2009
Op 3 december 2009 heeft de raad van de gemeente Bunnik het bestemmingsplan "Scholeneiland Odijk 2009" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft een verzoeker, wonend in de gemeente Bunnik, op 2 maart 2010 beroep ingesteld bij de Raad van State. In dezelfde brief verzocht de verzoeker de voorzitter om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzitter heeft het verzoek op 22 april 2010 ter zitting behandeld, waar zowel de verzoeker als de raad vertegenwoordigd door ing. M. Balkema aanwezig waren.
De voorzitter oordeelt dat het verzoek om een voorlopige voorziening een spoedeisend belang heeft, gezien de aanvraag voor een bouwvergunning die al was ingediend. De verzoeker betoogt dat de raad het bestemmingsplan ten onrechte heeft vastgesteld en dat dit zal leiden tot onomkeerbare gevolgen voor zijn woongenot, waaronder parkeeroverlast en een toename van verkeersbewegingen. Hij wijst op verschillende bezwaren, zoals de terinzagelegging van meerdere versies van het plan, de niet-serieuze beschouwing van alternatieven, en het niet toetsen aan de Wet luchtkwaliteit.
De voorzitter concludeert dat de bezwaren van de verzoeker niet voldoende zijn om het besluit van de raad te vernietigen. De voorzitter stelt vast dat de raad bij de voorbereiding van het plan rekening heeft gehouden met alternatieve modellen en dat de keuze voor het gekozen model in redelijkheid is gemaakt. Ook wordt opgemerkt dat de raad niet verplicht was om rekening te houden met toekomstige ontwikkelingen in de woonwijk Odijk-west. De voorzitter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er geen aanknopingspunten zijn voor de verwachting dat het besluit in de bodemprocedure zal worden vernietigd. Er is ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.