ECLI:NL:RVS:2010:BM6434
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- K. Brink
- G.K. Klap
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om bestuursdwang met betrekking tot agrarisch bedrijf
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Montfoort op 31 maart 2009 een verzoek om toepassing van bestuursdwang met betrekking tot een agrarisch bedrijf afgewezen. Het verzoek was ingediend door [appellant], die zich benadeeld voelde door de situatie op het perceel [locatie] te [plaats]. Na de afwijzing van het verzoek heeft [appellant] bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd op 25 augustus 2009 ongegrond verklaard. Hierop heeft [appellant] beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij zijn gronden heeft aangevuld in november 2009.
De zaak is behandeld op 7 mei 2010, waar [appellant] werd vertegenwoordigd door mr. M.J. Smaling en het college door A. den Braven en S.R. Visser. [appellant] stelde dat het college niet had mogen volstaan met een last onder dwangsom, maar dat bestuursdwang had moeten worden toegepast, omdat hij gezondheidsschade had opgelopen door de voortdurende overtredingen. Het college verdedigde zich door te stellen dat er al een last onder dwangsom was opgelegd en dat de overtreding inmiddels was opgeheven.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overwoog dat de keuze voor het instrument van de dwangsom in dit geval geen afzonderlijke motivering behoeft. Artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht biedt bestuursorganen de keuze om een last onder dwangsom op te leggen, mits dit niet in strijd is met de belangen die door de wet worden beschermd. De Afdeling concludeerde dat de gezondheidsklachten van [appellant] niet in de weg stonden aan de keuze van het college voor een last onder dwangsom. Uiteindelijk werd het beroep van [appellant] ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.