ECLI:NL:RVS:2010:BM8849

Raad van State

Datum uitspraak
23 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200904397/1/H1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J.C.K.W. Bartel
  • M.W.L. Simons-Vinckx
  • J. Hoekstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van de rechtbank Groningen inzake vrijstelling voor bouwrijp maken van Deelplan 1 van Meerstad

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de besloten vennootschappen Rotij Grondontwikkeling Oost B.V. en Rotij Vastgoedontwikkeling B.V., samen met een derde appellante, tegen een uitspraak van de rechtbank Groningen. De rechtbank had op 11 mei 2009 het beroep van de appellanten tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Slochteren niet-ontvankelijk verklaard. Dit besluit betrof de vrijstelling die was verleend aan GEM Meerstad beheer B.V. voor het bouwrijp maken van Deelplan 1 van Meerstad, gelegen tussen Harkstede, Slochteren en Groningen. De Raad van State heeft de zaak behandeld op 26 januari 2009, waarbij de appellanten vertegenwoordigd waren door hun advocaat en het college door ambtenaren en een advocaat. De Raad van State heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het bestemmingsplan 'Meerstad-Midden', dat de juridische basis vormt voor de vrijstelling, inmiddels in rechte onaantastbaar is geworden. Hierdoor hebben de appellanten geen belang meer bij de beoordeling van de aangevallen uitspraak. De Raad van State heeft het hoger beroep dan ook niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 23 juni 2010.

Uitspraak

200904397/1/H1.
Datum uitspraak: 23 juni 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid Rotij Grondontwikkeling Oost B.V., gevestigd te Rijssen, Rotij Vastgoedontwikkeling B.V., gevestigd te Rijssen en [appellante a], gevestigd te [plaats],
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen van 11 mei 2009 in zaak nr. 08/529 in het geding tussen:
de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid Rotij Grondontwikkeling Oost B.V., gevestigd te Rijssen, Rotij Vastgoedontwikkeling B.V., gevestigd te Rijssen en [appellante a] , gevestigd te [plaats]
en
het college van burgemeester en wethouders van Slochteren
1. Procesverloop
Bij besluit van 22 april 2008, voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), heeft het college van burgemeester en wethouders van Slochteren (hierna: het college) aan GEM Meerstad beheer B.V. vrijstelling verleend voor het bouwrijp maken van Deelplan 1 van Meerstad, een gebied gelegen tussen Harkstede, Slochteren en Groningen.
Bij uitspraak van 11 mei 2009, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Groningen (hierna: de rechtbank) het door de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid Rotij Grondontwikkeling Oost B.V., Rotij Vastgoedontwikkeling B.V. en [appellante a] daartegen ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben Rotij Grondontwikkeling Oost B.V., Rotij Vastgoedontwikkeling B.V. en [appellante a] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 21 juni 2009, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft GEM Meerstad beheer B.V. een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Rotij Grondontwikkeling Oost B.V., Rotij Vastgoedontwikkeling B.V. en [appellante a] hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting, gezamenlijk met zaken nrs.
200904429/1/H1,
200904395/1/H1en <a target="_blank" href="http://200904396/1/H1">200904396/1/H1</a>, behandeld op 26 januari 2009, waar Rotij Grondontwikkeling Oost B.V., Rotij Vastgoedontwikkeling B.V. en [appellante a], vertegenwoordigd door mr. S.W. Knoop, advocaat te Zwolle, en H.P. Bijl, en het college, vertegenwoordigd door J.J. Jullens, ambtenaar in dienst van de gemeente, mr. A.J. Meeuwissen en A.S. Westra, zijn verschenen. Voorts is daar GEM Meerstad beheer B.V., vertegenwoordigd door mr. W.R. van de Velde, advocaat te Groningen, M. de Vries en A. de Vrieze, gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Bij uitspraak van heden, met zaak nr.
200806833/1/R1, heeft de Afdeling de tegen het besluit omtrent de goedkeuring van het bestemmingsplan "Meerstad-Midden" ingestelde beroepen, voor zover thans van belang, ongegrond verklaard. Dit bestemmingsplan is daarmee, voor zover thans van belang, in rechte onaantastbaar geworden. Het bestemmingsplan "Meerstad-Midden" voorziet, voor zover thans van belang, in het juridisch-planologische kader voor het bouwrijp maken van Deelplan 1 van Meerstad, waarop (ook) de vrijstelling betrekking heeft en is de titel voor de ruimtelijke ingreep waartegen Rotij Grondontwikkeling Oost B.V., Rotij Vastgoedontwikkeling B.V. en [appellante a] zich keren. Gesteld noch gebleken is dat Rotij Grondontwikkeling Oost B.V., Rotij Vastgoedontwikkeling B.V. en [appellante a] onder deze omstandigheden nog belang hebben bij beoordeling van de aangevallen uitspraak.
2.2. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. J.C.K.W. Bartel, voorzitter, en mr. M.W.L. Simons-Vinckx en mr. J. Hoekstra, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.W.J. Sloots, ambtenaar van Staat.
w.g. Bartel w.g. Sloots
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 23 juni 2010
499.