ECLI:NL:RVS:2010:BM8860

Raad van State

Datum uitspraak
23 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200904395/1/H1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J.C.K.W. Bartel
  • M.W.L. Simons-Vinckx
  • J. Hoekstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vrijstelling voor bouwrijp maken van Deelplan 1 van Meerstad

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellante] tegen een uitspraak van de rechtbank Groningen van 11 mei 2009. De rechtbank had het beroep van [appellante] niet-ontvankelijk verklaard in verband met een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Slochteren, dat op 22 april 2008 vrijstelling had verleend aan GEM Meerstad beheer B.V. voor het bouwrijp maken van Deelplan 1 van Meerstad, gelegen tussen Harkstede, Slochteren en Groningen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 26 januari 2010 ter zitting behandeld, waarbij zowel [appellante] als het college en GEM Meerstad beheer B.V. vertegenwoordigd waren.

De Afdeling heeft overwogen dat het bestemmingsplan "Meerstad-Midden", dat de juridische basis vormt voor de vrijstelling, inmiddels in rechte onaantastbaar is geworden. Dit betekent dat [appellante] geen belang meer heeft bij de beoordeling van de aangevallen uitspraak, aangezien de vrijstelling en het bestemmingsplan met elkaar zijn verbonden. De Afdeling heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling wordt genomen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak is gedaan in naam der Koningin.

De uitspraak is openbaar uitgesproken op 23 juni 2010, en de betrokken rechters hebben de beslissing gezamenlijk vastgesteld. De zaak heeft belangrijke implicaties voor de betrokken partijen en de ontwikkeling van het gebied Meerstad.

Uitspraak

200904395/1/H1.
Datum uitspraak: 23 juni 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellante], gevestigd te [plaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen van 11 mei 2009 in zaak nr. 09/350 in het geding tussen:
[appellante]
en
het college van burgemeester en wethouders van Slochteren
1. Procesverloop
Bij besluit van 22 april 2008, voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), heeft het college van burgemeester en wethouders van Slochteren (hierna: het college), voor zover thans van belang, aan GEM Meerstad beheer B.V. vrijstelling verleend voor het bouwrijp maken van Deelplan 1 van Meerstad, een gebied gelegen tussen Harkstede, Slochteren en Groningen.
Bij uitspraak van 11 mei 2009, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Groningen (hierna: de rechtbank) het door [appellante] daartegen ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellante] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 22 juni 2009, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief van 20 juli 2009.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft GEM Meerstad beheer B.V. een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting, gezamenlijk met zaken nrs.
200904429/1/H1,
200904396/1/H1en
200904397/1/H1, behandeld op 26 januari 2010, waar [appellante], vertegenwoordigd door mr. S.W. Knoop, advocaat te Zwolle, en het college, vertegenwoordigd door J.J. Jullens, ambtenaar in dienst van de gemeente, mr. A.J. Meeuwissen en A.S. Westra, zijn verschenen. Voorts is daar GEM Meerstad beheer B.V., vertegenwoordigd door mr. W.R. van de Velde, advocaat te Groningen, M. de Vries en A. de Vrieze, gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Bij uitspraak van heden, met zaak nr. <a target="_blank" href="http://200806833/1/R1">200806833/1/R1</a>, heeft de Afdeling de tegen het besluit omtrent de goedkeuring van het bestemmingsplan "Meerstad-Midden" ingestelde beroepen, voor zover thans van belang, ongegrond verklaard. Dit bestemmingsplan is daarmee, voor zover thans van belang, in rechte onaantastbaar geworden. Het bestemmingsplan "Meerstad-Midden" voorziet, voor zover thans van belang, in het juridisch-planologische kader voor het bouwrijp maken van Deelplan 1 van Meerstad, waarop (ook) de vrijstelling betrekking heeft en is de titel voor de ruimtelijke ingreep waartegen [appellante] zich keert. Gesteld noch gebleken is dat [appellante] onder deze omstandigheden nog belang heeft bij beoordeling van de aangevallen uitspraak.
2.2. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. J.C.K.W. Bartel, voorzitter, en mr. M.W.L. Simons-Vinckx en mr. J. Hoekstra, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.W.J. Sloots, ambtenaar van Staat.
w.g. Bartel w.g. Sloots
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 23 juni 2010
499.