Uitspraak
201002481/2/R3.
Datum uitspraak: 22 juni 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
en
de raad van de gemeente Alphen-Chaam,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 17 december 2009, kenmerk 18-11-09-BC-GR heeft de raad van de gemeente Alphen-Chaam het bestemmingsplan "Kom Alphen 2009" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 15 maart 2010, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 15 maart 2010, heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 11 juni 2010, waar [verzoeker], in persoon, bijgestaan door mr. W. Krijger, werkzaam bij Krijger Advies in Baarle-Nassau, en de raad, vertegenwoordigd door M.T. Willemse-Korst en C.E.M. Akker-Hartmans, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het verzoek van [verzoeker] is gericht tegen het plandeel met de bestemming "Wonen (W)" met de aanduiding "vrijstaand (vrij)" ten aanzien van de locatie Goedentijd/Beukenlaan, waarmee de bouw van een tweetal woningen mogelijk is gemaakt. Hij betoogt dat de geurbelasting op de beide nieuwe woningen vanuit zijn varkenshouderij aan de [locatie] hoger is dan de in de Wet geurhinder en veehouderij vastgelegde 3 OU/m³ en in het geval van één van beide woningen hoger dan de in de Verordening Geurhinder en veehouderij van de gemeente Alphen-Chaam bepaalde norm van 4 OU/m³, zodat een goed woon- en leefklimaat van de bewoners niet is gewaarborgd en het plan in zoverre in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Voor de bouw van de woningen zijn reeds bouwvergunningen met vrijstelling als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: WRO) verleend, aldus [verzoeker], maar omtrent die vrijstelling is naast de bestemmingsplanprocedure nog een procedure aanhangig. Hij verzoekt het bestreden besluit in zoverre te schorsen om inwerkingtreding van het bestemmingsplan te voorkomen.
2.3. Blijkens de stukken heeft het college van burgemeester en wethouders bij besluiten van onderscheidenlijk 14 april 2008 en 15 april 2008 een vrijstelling op grond van artikel 19, tweede lid, van de WRO en bouwvergunningen verleend voor het oprichten van een woning aan de Goedentijd te Alphen en een woning aan de Beukenlaan te Alphen, beide ongenummerd. Bij uitspraak van 9 november 2009, zaaknummer 08/4768 WRO, heeft de rechtbank te Breda het beroep tegen de in bezwaar gehandhaafde vrijstelling en bouwvergunningen gegrond verklaard, het besluit in kwestie vernietigd en de raad opgedragen een nieuw besluit op het bezwaarschrift te nemen. Tegen het hierop door het college van burgemeester en wethouders genomen besluit van 3 maart 2010, strekkende tot hernieuwde ongegrondverklaring van het bezwaarschrift van [verzoeker], is door deze beroep bij de rechtbank Breda ingesteld.
2.4. Ten einde te vermijden dat aan het desbetreffende plandeel betekenis wordt toegekend in de procedure ingevolge artikel 19 van de WRO en uit de inwerkingtreding daarvan zou worden afgeleid dat de bestemming "Wonen (W)" ter plaatse als een gegeven zou moeten worden beschouwd, schorst de voorzitter dit planonderdeel om in elk opzicht te vermijden dat het zelfstandige toetsingskader voor de reeds genomen, thans bij de rechtbank Breda voorliggende beslissing op bezwaar in de vrijstellingsprocedure door de inwerkingtreding van voormeld planonderdeel wordt beïnvloed.
2.5. De overige gronden van het verzoek behoeven derhalve geen bespreking.
2.6. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Alphen-Chaam van 17 december 2009, kenmerk 18-11-09-BC-GR, voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Wonen (W)" met de aanduiding "vrijstaand (vrij)", met betrekking tot de twee percelen aan de Goedentijd/Beukenlaan;
II. veroordeelt de raad van de gemeente Alphen-Chaam tot vergoeding van bij [verzoeker] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 874,00 (zegge: achthonderdvierenzeventig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III. gelast dat de raad van de gemeente Alphen-Chaam aan [verzoeker] het door hem voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 150,00 (zegge: honderdvijftig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. N.T. Zijlstra, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Sloten w.g. Zijlstra
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 22 juni 2010
240.