ECLI:NL:RVS:2010:BM9664
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- F.B. van der Maesen de Sombreff
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke procedure betreffende maatwerkvoorschriften voor inrichting
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel op 16 februari 2010 maatwerkvoorschriften vastgesteld voor de inrichting van de verzoekster, gelegen aan de [locatie] te [plaats]. Dit besluit werd op 4 maart 2010 ter inzage gelegd. De verzoekster heeft op 13 april 2010 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 21 juni 2010 ter zitting behandeld, waar de verzoekster werd vertegenwoordigd door ing. F. Houtkamp en een gemachtigde, en het college door mr. L.C. Geense, mr. B. Huizenaar en H.J. de Vries.
De voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Volgens artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht kan geen beroep worden ingesteld door een belanghebbende die redelijkerwijs kan worden verweten geen zienswijzen naar voren te hebben gebracht. De verzoekster heeft geen zienswijzen ingediend naar aanleiding van het ontwerpbesluit, maar stelt dat haar dit niet kan worden verweten omdat het ontwerpbesluit zonder aanbiedingsbrief of kennisgeving is verzonden.
De voorzitter heeft echter vastgesteld dat het ontwerpbesluit met een begeleidende brief en kennisgeving is verzonden, waarin de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen werd vermeld. De verzoekster had zich moeten inspannen om op de hoogte te raken van de inhoud van de kennisgeving. Gelet op deze overwegingen heeft de voorzitter geconcludeerd dat het beroep naar verwachting niet-ontvankelijk zal worden verklaard en heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 25 juni 2010.