Uitspraak
201002792/3/R1, heeft de Afdeling het beroep van [verzoeker] tegen de goedkeuring van het wijzigingsplan gegrond verklaard. Gelet daarop is thans geen sprake meer van een geding, zodat het verzoek dient te worden afgewezen.
Raad van State
Op 2 juli 2010 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door [verzoeker], wonend te De Koog, gemeente Texel, tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland. Dit college had op 22 januari 2010 goedkeuring verleend aan het wijzigingsplan 'Oude Dijkje 38', dat was vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Texel op 8 december 2009. Het verzoek om voorlopige voorziening werd ingediend op 22 maart 2010, waarbij [verzoeker] de voorzitter verzocht om een spoedmaatregel te treffen.
De behandeling van het verzoek vond plaats op 21 juni 2010, waar [verzoeker] werd bijgestaan door mr. M.L.M. Frantzen, advocaat te Amsterdam. Het college van gedeputeerde staten werd vertegenwoordigd door mr. D. Westerwal, en het college van burgemeester en wethouders door mr. C. Witte. Tijdens de zitting zijn nadere stukken ingediend door [persoon] en [verzoeker].
In de uitspraak werd overwogen dat het beroep van [verzoeker] tegen de goedkeuring van het wijzigingsplan gegrond was verklaard in een eerdere uitspraak, waardoor er geen sprake meer was van een geding. Dit leidde tot de afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening. Tevens werd het college van gedeputeerde staten veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van [verzoeker], die in totaal € 473,45 bedroegen, en het griffierecht van € 150,00 moest worden vergoed. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.