ECLI:NL:RVS:2010:BN2593

Raad van State

Datum uitspraak
20 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201004220/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • R.J. Hoekstra
  • S.H. Nienhuis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen uitwerkingsplan voor bestemmingsplan Nesselande

Op 16 maart 2010 heeft het dagelijks bestuur van de deelgemeente Prins Alexander het uitwerkingsplan "33e uitwerking tevens gedeeltelijke wijziging bestemmingen gemengde doeleinden en recreatieve doeleinden deelgebieden 10.1 en 11 bestemmingsplan Nesselande" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft verzoeker op 29 april 2010 beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter heeft het verzoek op 13 juli 2010 ter zitting behandeld, waarbij verzoeker werd bijgestaan door mr. W. Visser van Achmea Rechtsbijstand en het dagelijks bestuur werd vertegenwoordigd door mr. S.B.H. Fijneman.

De voorzitter oordeelt dat het uitwerkingsplan een teleskibaan mogelijk maakt in het gebied van de Zevenhuizerplas. Verzoeker woont op ongeveer 300 meter afstand van het plangebied en heeft geen zicht op het plangebied. De voorzitter concludeert dat deze afstand te groot is om verzoeker als belanghebbende in de zin van de Algemene wet bestuursrecht aan te merken. Verzoeker heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd die zijn belang bij het besluit kunnen onderbouwen.

De voorzitter verwacht dat verzoeker in de bodemprocedure niet als belanghebbende zal worden aangemerkt, waardoor zijn beroep niet-ontvankelijk zal worden verklaard. Daarom wordt het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is op 20 juli 2010 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

201004220/2/R1.
Datum uitspraak: 20 juli 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekers] (hierna in enkelvoud: [verzoeker]), beiden wonend te [woonplaats],
en
het dagelijks bestuur van de deelgemeente Prins Alexander,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 16 maart 2010 heeft het dagelijks bestuur het uitwerkingsplan "33e uitwerking tevens gedeeltelijke wijziging bestemmingen gemengde doeleinden en recreatieve doeleinden deelgebieden 10.1 en 11 bestemmingsplan Nesselande" (hierna: het uitwerkingsplan) vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoeker] bij brief van 29 april 2010, bij de Raad van State per fax ingekomen op dezelfde dag, beroep ingesteld.
Bij brief van 29 april 2010, bij de Raad van State per fax ingekomen op dezelfde dag, heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 13 juli 2010, waar [verzoeker A], bijgestaan door mr. W. Visser, werkzaam voor Achmea Rechtsbijstand, alsmede het dagelijks bestuur, vertegenwoordigd door mr. S.B.H. Fijneman, werkzaam bij de deelgemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het uitwerkingsplan is opgesteld teneinde een uitwerking te geven aan het op 14 januari 1999 vastgestelde en op 10 augustus 1999 goedgekeurde bestemmingsplan "Nesselande" en voorziet onder meer in een teleskibaan in het gebied dat is gelegen in de Zevenhuizerplas en dat in het bestemmingsplan "Nesselande" wordt aangeduid als deelgebied 10.1 of 11.
2.3. Het verzoek richt zich tegen het feit dat het uitwerkingsplan een teleskibaan mogelijk maakt. Ter zitting is gebleken dat reeds een aanvraag om bouwvergunning is ingediend. Gelet hierop acht de voorzitter een spoedeisend belang aanwezig, zodat zal worden beoordeeld of er aanleiding bestaat tot het treffen van een voorlopige voorziening.
2.4. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
2.5. [verzoeker] woont op een afstand van ongeveer 300 meter van het plangebied. Niet is gebleken dat hij vanuit zijn woning zicht heeft op het plangebied. Mede gelet op de aard en omvang van de ruimtelijke ontwikkelingen die binnen het plangebied mogelijk worden gemaakt, is deze afstand naar het oordeel van de voorzitter te groot om een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken belang te kunnen aannemen. Voorts heeft [verzoeker] geen feiten of omstandigheden aangevoerd in verband waarmee zou moeten worden geoordeeld dat ondanks deze afstand een objectief en persoonlijk belang rechtstreeks door het besluit zou worden geraakt. De ter zitting aangevoerde omstandigheid dat vanwege de teleskibaan moet worden gevreesd voor parkeerproblemen in de straat waar [verzoeker] woont kan niet als zodanig worden aangemerkt, nu aannemelijk is geworden dat voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn in de directe nabijheid van de teleskibaan, zodat niet de verwachting bestaat dat naar elders hoeft te worden uitgeweken. De voorzitter is van oordeel dat [verzoeker] verder niet aannemelijk heeft gemaakt dat de ruimtelijke uitstraling van de teleskibaan of de gevolgen die hij daarvan kan ondervinden anderszins zodanig zijn dat hij als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Awb kan worden aangemerkt.
De voorzitter heeft dan ook de verwachting dat [verzoeker] in de bodemprocedure niet als belanghebbende zal worden aangemerkt en dat zijn beroep daarom niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
2.6. Gelet hierop dient het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening te worden afgewezen.
2.7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. R.J. Hoekstra, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. S.H. Nienhuis, ambtenaar van Staat.
w.g. Hoekstra w.g. Nienhuis
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 20 juli 2010
466-646.