200909690/1/H1.
Datum uitspraak: 11 augustus 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op de hoger beroepen van:
1. de stichting Stichting Woningbouw Slochteren (hierna: de stichting), gevestigd te Slochteren,
2. het college van burgemeester en wethouders van Hoogezand-Sappemeer,
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen van 3 december 2009 in zaken nrs. 09/554 en 09/555 in het geding tussen:
[wederpartijen], beiden wonend te [woonplaats], gemeente Hoogezand-Sappemeer,
Bij onderscheiden besluiten van 19 augustus en 15 september 2008 heeft het college aan de stichting vrijstelling van het bestemmingsplan en bouwvergunning verleend voor het oprichten van appartementen op het perceel Compagniesterpoort te Sappemeer, gemeente Hoogezand-Sappemeer (hierna: het perceel).
Bij besluit van 6 mei 2009 heeft het college het door [wederpartijen] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 3 december 2009, verzonden op 4 december 2009, heeft de rechtbank de door [wederpartijen] daartegen ingestelde beroepen gegrond verklaard, het besluit van 6 mei 2009 vernietigd en bepaald dat het college een nieuw besluit op de gemaakte bezwaren neemt met inachtneming van hetgeen in die uitspraak is overwogen en de bouwvergunning geschorst per 1 januari 2010. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben de stichting bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 14 december 2009, en het college bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 12 januari 2010, hoger beroep ingesteld. De stichting heeft haar hoger beroep aangevuld bij brieven van 15 en 22 december 2009 en van 25 januari 2010. Het college heeft zijn hoger beroep aangevuld bij brief van 9 februari 2010.
De stichting en het college hebben een verweerschrift ingediend.
Het college en [wederpartijen] hebben nadere stukken ingediend.
Bij besluit van 10 februari 2010 heeft het college, opnieuw beslissend op de door [wederpartijen] gemaakte bezwaren, deze bezwaren deels gegrond verklaard, de verleende vrijstelling gewijzigd en de verleende bouwvergunning gehandhaafd.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 26 juli 2010, waar de stichting, vertegenwoordigd door D.E. Woortman, bijgestaan door mr. R.P. Doting, advocaat te Groningen, het college, vertegenwoordigd door Y.A. Bartelds, bijgestaan door mr. J.V. van Ophem, advocaat te Leeuwarden, zijn verschenen. Voorts zijn ter zitting [wederpartijen], vertegenwoordigd door I.P.J. Visser en R. Guibal, als partij gehoord.
2.1. Ambtshalve overweegt de Afdeling als volgt.
2.2. Ter zitting is namens het college en [wederpartijen] desgevraagd te kennen gegeven dat de afstanden van de percelen van [wederpartijen] tot het bouwplan omstreeks 130 en 140 meter bedragen. Deze afstanden zijn zodanig groot, dat [wederpartijen] door vergunningverlening, mede gelet op de hoogte en de omvang van het bouwplan, in verband daarmee niet rechtstreeks in hun belang zijn getroffen. De rechtbank heeft dat niet onderkend.
2.3. De hoger beroepen zijn gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep van [wederpartijen] tegen het besluit van 6 mei 2009 van het college alsnog gegrond verklaren. Dat besluit komt wegens strijd met 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) voor vernietiging in aanmerking. De Afdeling zal op na te melden wijze in de zaak voorzien en bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit.
2.4. Het door [wederpartijen] ingestelde beroep tegen het besluit van 10 februari 2010, dat, gelet op artikel 6:24 van de Awb, gelezen in samenhang met de artikelen 6:18, eerste lid, en 6:19, eerste lid, van die wet, geacht wordt eveneens onderwerp te zijn van dit geding, is gegrond, nu, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, aan dit besluit de grondslag is komen te ontvallen. Dit besluit komt voor vernietiging in aanmerking.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
2.6. Een redelijke toepassing van artikel 43, eerste lid, van de Wet op de Raad van State brengt met zich dat het de stichting in hoger beroep betaalde griffierecht door de secretaris van de Raad van State aan haar wordt terugbetaald.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart de hoger beroepen gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Groningen van 3 december 2009 in zaken nrs. 09/554 en 09/555;
III. verklaart het door [wederpartijen] bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond;
IV. vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Hoogezand-Sappemeer van 6 mei 2009, kenmerk RO/YB/20090428/22;
V. verklaart de door [wederpartijen] tegen de besluiten van 19 augustus en 15 september 2008 gemaakte bezwaren niet-ontvankelijk;
VI. bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
VII. verklaart het door [wederpartijen] tegen het besluit van 10 februari 2010 ingestelde beroep gegrond;
VIII. vernietigt dat besluit;
IX. gelast dat de secretaris van de Raad van State aan de stichting Stichting Woningbouw Slochteren het door haar betaalde griffierecht ten bedrage van € 447,00 (zegge: vierhonderdzevenenveertig euro) voor de behandeling van het hoger beroep vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, voorzitter, en mr. R. van der Spoel en mr. A.B.M. Hent, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E.B. de Haseth, ambtenaar van Staat.
w.g. Troostwijk w.g. De Haseth
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 11 augustus 2010