ECLI:NL:RVS:2010:BN4248
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.H. van Kreveld
- T.L.J. Drouen
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor gevaarlijke stoffen
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn op 25 mei 2010 een besluit genomen waarbij de voorschriften van eerder verleende vergunningen voor een inrichting ten behoeve van de op- en overslag en het bewerken van gevaarlijke stoffen zijn aangevuld en gewijzigd. Dit besluit is op 2 juni 2010 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit heeft de verzoekster, gevestigd te [plaats], op 14 juli 2010 beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter heeft het verzoek op 2 augustus 2010 ter zitting behandeld, waarbij de verzoekster werd vertegenwoordigd door E. Stiekema en mr. M. van Wensen, werkzaam bij de gemeente.
De voorzitter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Tevens is er een verwijzing naar artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht, waarin staat dat geen beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende die redelijkerwijs kan worden verweten geen zienswijzen naar voren te hebben gebracht. De verzoekster heeft betoogd dat het indienen van zienswijzen niet zinvol is gebleken, gezien eerdere ervaringen met het college. De voorzitter heeft echter geoordeeld dat deze stelling geen grond biedt voor het oordeel dat de verzoekster niet kan worden verweten geen zienswijzen te hebben ingediend.
Op basis van deze overwegingen heeft de voorzitter geconcludeerd dat het beroep naar verwachting niet-ontvankelijk zal worden verklaard en heeft hij het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De beslissing is op 9 augustus 2010 in het openbaar uitgesproken.