ECLI:NL:RVS:2010:BN7924

Raad van State

Datum uitspraak
17 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201000235/3/M1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • K. Brink
  • P. Plambeck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om opheffing voorlopige voorziening bestemmingsplan Herwen, Ficoterrein 2008

Op 3 november 2009 heeft de raad van de gemeente Rijnwaarden het bestemmingsplan "Herwen, Ficoterrein 2008" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben Krystyna's Fashion Service B.V. en anderen op 6 januari 2010 beroep ingesteld bij de Raad van State. Op 17 mei 2010 hebben zij verzocht om een voorlopige voorziening, die op 6 september 2010 ter zitting is behandeld. MVO Varsseveld B.V., handelend onder de naam MVO Projecten, vertegenwoordigd door mr. E.H.M. Harbers, heeft verzocht om opheffing van de voorlopige voorziening die op 19 juli 2010 was getroffen, waarbij het besluit van de raad was geschorst. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, K. Brink, heeft de zaak beoordeeld. De voorzitter oordeelde dat de opheffing van de schorsing van de bestemmingsplanplandelen met de bestemming "Wonen" en "Verkeer" niet zou leiden tot onevenredige schade voor Krystyna's en anderen, aangezien de plandelen zich op een afstand van ten minste 30 meter van de bedrijfspercelen van Krystyna's bevinden. De voorzitter heeft vastgesteld dat MVO Projecten een zwaarwegend belang heeft bij de opheffing van de voorlopige voorziening, omdat zij voor 1 januari 2011 met de woningbouw moet beginnen om in aanmerking te komen voor subsidie van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. De voorzitter heeft daarom besloten de voorlopige voorziening op te heffen en gelast dat de raad van de gemeente Rijnwaarden het griffierecht aan MVO Projecten vergoedt.

Uitspraak

201000235/3/M1.
Datum uitspraak: 17 september 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MVO Varsseveld B.V. handelend onder de naam MVO Projecten, gevestigd te Doetinchem,
verzoekster,
om opheffing of wijziging (artikel 8:87 van de Algemene wet bestuursrecht) van de bij uitspraak van 19 juli 2010, in zaak nr. 201000235/2/M2, getroffen voorlopige voorziening in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Krystyna's Fashion Service B.V. en anderen, gevestigd te Herwen, gemeente Rijnwaarden,
en
de raad van de gemeente Rijnwaarden,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 3 november 2009 heeft de raad het bestemmingsplan "Herwen, Ficoterrein 2008" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben Krystyna's en anderen bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 6 januari 2010, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 17 mei 2010, hebben Krystyna's en anderen de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Bij uitspraak van 19 juli 2010 in zaak nr.
201000235/2/M2heeft de voorzitter bij wijze van voorlopige voorziening het bestreden besluit geschorst.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 29 juli 2010, heeft MVO Projecten de voorzitter verzocht om opheffing van de getroffen voorlopige voorziening.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 6 september 2010, waar MVO Projecten, vertegenwoordigd door mr. E.H.M. Harbers, advocaat te Arnhem, en J.W. Bracco Gartner, en de raad, vertegenwoordigd door
A. Schenk, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Voorts zijn ter zitting Krystyna's en anderen, vertegenwoordigd door mr. H.J. Kastein, advocaat te Zevenaar, als partij gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Ingevolge artikel 8:87, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover van belang, kan, ook ambtshalve, de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening opheffen of wijzigen.
Ingevolge artikel 8:87, tweede lid, voor zover van belang, kan een belanghebbende die door de voorlopige voorziening rechtstreeks in zijn belang wordt getroffen, een verzoek om opheffing of wijziging doen.
2.3. Bij bovengenoemde uitspraak heeft de voorzitter de voorlopige voorziening getroffen dat het besluit van de raad van 3 november 2009 wordt geschorst. Daarbij heeft de voorzitter overwogen dat hij, met name in verband met de te hanteren richtafstand van het bestaande bedrijventerrein tot de plandelen die voorzien in woningbouw, voorshands onvoldoende buiten twijfel staat of de raad in redelijkheid een richtafstand van 10 m heeft kunnen hanteren en daarbij is afgeweken van de richtafstand van 30 m als vermeld in de brochure "Bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna: de VNG-brochure) ten aanzien van het bedrijf aan de Nijverheidsstraat 8 te Herwen, gemeente Rijnwaarden.
Blijkens deze uitspraak is niet in geschil dat de binnen de bedrijven verrichte activiteiten kunnen worden gekwalificeerd als milieucategorie 2 en dat sprake is van een gemengd gebied als bedoeld in de VNG-brochure.
2.4. MVO Projecten verzoekt om opheffing van de getroffen voorlopige voorziening voor een gedeelte van de plandelen met de bestemming "Wonen" en "Verkeer". MVO Projecten wil voor 1 januari 2011 binnen deze plandelen starten met woningbouw omdat zij daarvoor van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer subsidie heeft ontvangen. Het starten van de bouwwerkzaamheden en het verlenen van de benodigde bouwvergunning is echter door de schorsing van het bestemmingsplan niet mogelijk. MVO Projecten betoogt dat de opheffing van de schorsing van de door haar aangegeven plandelen niet zal leiden tot een belemmering voor de bedrijfsvoering van Krystyna's en anderen omdat haar verzoek ziet op plandelen die op een afstand van ten minste 30 m van de bedrijfspercelen van Krystyna's en anderen liggen waarmee in elk geval aan de richtafstand uit de VNG-brochure wordt voldaan.
2.4.1. De voorzitter stelt voorop dat de beoordeling van het voorliggende verzoek om opheffing van de getroffen voorlopige voorziening zich beperkt tot de overwegingen die de voorzitter tot die uitspraak hebben geleid. Het verzoek om opheffing van de getroffen voorlopige voorziening ziet naar het oordeel van de voorzitter op plandelen die op de volgens de VNG-brochure aanbevolen richtafstand van 30 m van het bestaande bedrijventerrein liggen. Met de ter zitting getoonde tekening en de daarop gegeven toelichting is naar het oordeel van de voorzitter genoegzaam aangetoond dat bij de door MVO Projecten binnen bedoelde plandelen voorgenomen woningbouw aan de aanbevolen richtafstand van 30 m tot de bestaande bedrijven wordt voldaan. Van de zijde van Krystyna's en anderen is dit niet weersproken.
Uit de stukken blijkt dat de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer bij besluit van 17 juli 2010 op grond van de Tijdelijke Stimuleringsregeling woningbouwprojecten 2009, derde tranche, aan het bouwproject "Bijlandse Poort", met bouwnummers 1-4, 7-12, 13-18, 19-26, subsidie heeft verleend. De subsidieregeling vereist onder meer dat voor 1 januari 2011 met de bouw van de woningen dient te zijn begonnen.
Van de zijde van de raad is ter zitting verklaard dat de voor de bouw benodigde bouwvergunningen kunnen worden verleend mits de schorsing van het bestemmingsplan voor de bedoelde plandelen wordt opgeheven. Alsdan is het mogelijk gebruik te maken van de binnenplanse ontheffingsprocedure die wat de goot- en nokhoogte betreft voor een aantal woningen nodig is.
Gelet hierop is de voorzitter van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat MVO Projecten een zwaarwegend belang heeft bij opheffing van de getroffen voorlopige voorziening voor een gedeelte van de plandelen met de bestemming "Wonen" en "Verkeer". Uit het verhandelde ter zitting is naar het oordeel van de voorzitter onvoldoende aannemelijk geworden dat de belangen van Krystyna's en anderen onevenredig worden geschonden door de opheffing van de getroffen voorlopige voorziening.
2.5. Gelet op het voorgaande ziet de voorzitter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. heft de door de voorzitter in zijn uitspraak van 19 juli 2010 in zaak nr.
201000235/2/M2getroffen voorlopige voorziening op voor zover het betreft:
- het plandeel met de bestemming "Wonen"
- het plandeel met de bestemming "Verkeer"
zoals gearceerd aangegeven op de bij deze uitspraak behorende kaart;
II. gelast dat de raad van de gemeente Rijnwaarden aan MVO Varsseveld B.V. het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 298,00 (zegge: tweehonderachtennegentig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. K. Brink, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P. Plambeck, ambtenaar van staat.
w.g. Brink w.g. Plambeck
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 17 september 2010
159-650.