ECLI:NL:RVS:2010:BN9516

Raad van State

Datum uitspraak
28 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201004864/4/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • R.J. Hoekstra
  • M.W. Wijers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Hotel-Langweerder Wielen

Op 24 februari 2010 heeft de raad van de gemeente Skarsterlân het bestemmingsplan "Hotel-Langweerder Wielen" vastgesteld. Dit plan voorziet in de bouw van een hotel met aanverwante voorzieningen aan de Langweerder Wielen, gelegen ten zuiden van de Rijksweg A7. De vereniging Moai Skarsterlân, gevestigd te Joure, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Dit verzoek is op 19 juli 2010 bij de Raad van State ingekomen.

De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 14 september 2010 ter zitting behandeld. De raad was vertegenwoordigd door G.C.J. Zaal. Moai Skarsterlân heeft aangevoerd dat er geen milieueffectrapportage is opgesteld en dat het bestemmingsplan niet voldoet aan het provinciale beleid inzake de Ecologische Hoofdstructuur. De vereniging beoogde met het verzoek te voorkomen dat onomkeerbare gevolgen zouden optreden door de inwerkingtreding van het plan.

De voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De projectontwikkelaar heeft aangegeven te wachten op de uitspraak in de bodemprocedure en zal tot die tijd geen bouwvergunning aanvragen. De raad heeft bevestigd dat er geen andere vergunningen zullen worden aangevraagd en dat er geen werkzaamheden zullen worden gestart. Hierdoor zijn er geen onomkeerbare gevolgen te verwachten.

Gezien het ontbreken van spoedeisend belang heeft de voorzitter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is op 28 september 2010 in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

201004864/4/R3.
Datum uitspraak: 28 september 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
de vereniging Moai Skarsterlân, gevestigd te Joure, gemeente Skarsterlân, en anderen (hierna in enkelvoud: Moai Skarsterlân),
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Skarsterlân,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 24 februari 2010 heeft de raad het bestemmingsplan "Hotel-Langweerder Wielen" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer Moai Skarsterlân bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 19 mei 2010, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 19 juli 2010, heeft Moai Skarsterlân de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 14 september 2010, waar de raad, vertegenwoordigd door G.C.J. Zaal, werkzaam bij de gemeente, is verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het plan voorziet in een hotel met aanverwante voorzieningen aan de Langweerder Wielen ten zuiden van de Rijksweg A7. Verder maakt het plan een waterpartij met havenfaciliteiten mogelijk.
2.3. Met haar verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening beoogt Moai Skarsterlân te voorkomen dat onomkeerbare gevolgen zullen optreden als gevolg van de inwerkingtreding van het plan. In dit verband voert zij onder meer aan dat ten onrechte geen milieueffectrapportage is opgesteld en dat het plan niet voldoet aan het provinciale beleid inzake de Ecologische Hoofdstructuur.
2.4. Bij brief van 5 september 2010 heeft de [projectontwikkelaar] van het plangebied, aangegeven dat zij de uitspraak van de Afdeling in de bodemprocedure zal afwachten en tot die tijd geen bouwvergunning zal aanvragen. Ter zitting heeft de raad toegelicht dat tot die tijd ook geen andere vergunningen voor de realisering van het plan zullen worden aangevraagd en evenmin zal worden gestart met werkzaamheden voor de realisering van het plan. Gelet hierop zijn geen onomkeerbare gevolgen als gevolg van de inwerkingtreding van het plan te verwachten. Mocht de projectontwikkelaar desondanks toch uitvoering geven aan het plan voordat de Afdeling uitspraak in de bodemprocedure heeft gedaan, dan kan Moai Skarsterlân een nieuw verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening indienen. Gelet op het voorgaande ontbreekt het spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening en bestaat aanleiding het verzoek hiertoe af te wijzen.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. R.J. Hoekstra, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M.W. Wijers, ambtenaar van staat.
w.g. Hoekstra w.g. Wijers
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 28 september 2010
177-589.