ECLI:NL:RVS:2010:BN9517
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.J. Hoekstra
- M.W. Wijers
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan 'De Hoof 2009' van de gemeente Someren
Op 31 maart 2010 heeft de raad van de gemeente Someren het bestemmingsplan 'De Hoof 2009' vastgesteld. Tegen dit besluit hebben verzoekers, waaronder [verzoeker A] en de vereniging Koninklijke Horeca Nederland afdeling Someren, beroep ingesteld bij de Raad van State. Op 2 juni 2010 is het beroep ingediend, met aanvullende gronden op 1 juli 2010. Tevens hebben de verzoekers op 18 juni 2010 de voorzitter van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek is behandeld op 14 september 2010, waarbij [verzoeker B] in persoon aanwezig was, bijgestaan door M.J.E. Driessen, en de raad vertegenwoordigd was door drs. R.T. Klarenaar en mr. A.A.M. Kuijken.
De voorzitter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Hij heeft geoordeeld dat [verzoeker B] een rechtstreeks betrokken concurrentiebelang heeft bij het besluit, gezien de verwachte bouw- en gebruiksmogelijkheden in het bestemmingsplan. De voorzitter heeft ook opgemerkt dat het plan uitbreiding van de bestaande bebouwing en verruiming van gebruiksmogelijkheden voor [belanghebbende] voorziet.
De verzoekers beogen met hun verzoek om voorlopige voorziening te voorkomen dat onomkeerbare gevolgen optreden door de inwerkingtreding van het bestemmingsplan. Ze hebben aangevoerd dat de verwachte overlast onvoldoende afstand tot omliggende woningen in acht neemt. Tijdens de zitting heeft [belanghebbende] echter aangegeven geen gebruik te willen maken van de nieuwe bouwmogelijkheden totdat het plan rechtens onaantastbaar is. Hierdoor zijn er op dat moment geen onomkeerbare gevolgen te verwachten.
De voorzitter heeft geconcludeerd dat er geen spoedeisend belang is bij het treffen van een voorlopige voorziening en heeft het verzoek afgewezen. Er is ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 28 september 2010.