201001770/1/R1.
Datum uitspraak: 13 oktober 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de stichting Stichting Kennemer Gasthuis, gevestigd te Haarlem,
appellante,
de raad van de gemeente Haarlem,
verweerder.
Bij besluit van 3 december 2009 heeft de raad het bestemmingsplan "023" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft het Kennemer Gasthuis bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 18 februari 2010, beroep ingesteld. Het beroep is aangevuld bij brief van 17 maart 2010.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 10 september 2010, waar het Kennemer Gasthuis, vertegenwoordigd door mr. M.F.A. Dankbaar, advocaat te Haarlem, en [manager vastgoed] bij het Kennemer Gasthuis, en de raad, vertegenwoordigd door N.J.M. Smulders, werkzaam bij de gemeente, ir. C.J. Sangers, adviseur M+P-raadgevende ingenieurs, ir. R.J.M.M. Schram, projectleider bij RBOI, en mr. ing. R.A.J. Schonis, planologisch/juridisch medewerker, zijn verschenen.
Buiten bezwaar van partijen zijn ter zitting nog stukken in het geding gebracht.
2.1. Het bestemmingsplan betreft een herziening van het uitbreidingsplan "Schalkwijk" uit 1955 en voorziet in een herontwikkeling met woningbouw, kantoren en bijbehorende voorzieningen op een thans grotendeels braakliggend gebied.
2.2. Het Kennemer Gasthuis betoogt dat het ziekenhuis door de in het plan voorziene nieuwbouw in zijn bedrijfsvoering wordt belemmerd. In dit verband wijst zij erop dat de voorziene woningen die het dichtst bij het ziekenhuis zijn gelegen geluidhinder kunnen ondervinden ten gevolge van de sirenes van aan- en afrijdende ambulances.
2.3. Het ziekenhuis is gelegen ten zuiden van het plangebied. Uit de verbeelding in combinatie met artikel 11, eerste lid, van de planregels volgt dat de kortste afstand tussen het ziekenhuis en de in het plan voorziene woningen binnen de bestemming "Wonen-1" ongeveer 40 meter is.
2.4. Eerst enkele dagen voor de zitting en derhalve na het vaststellen van het plan heeft de raad onderzoek laten doen naar de gevolgen van de door het ziekenhuis veroorzaakte indirecte hinder ten gevolge van sirenes van aan- en afrijdende ambulances. De Afdeling overweegt dat de raad uit het oogpunt van een zorgvuldige besluitvorming dit onderzoek bij de voorbereiding van het plan had moeten laten uitvoeren en bij de beantwoording van de zienswijze niet heeft kunnen volstaan met de verwijzing naar de brochure 'Bedrijven en milieuzonering 2009' van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, nu de raad zelf aangeeft dat indirecte hinder van de sirenes van de ambulances niet in de in de brochure genoemde aanbevolen afstand is verdisconteerd.
2.5. In hetgeen het Kennemer Gasthuis heeft aangevoerd ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat het plandeel met de bestemming "Wonen-1" en de aanduiding "zorginstelling-zoi" is vastgesteld in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit dient in zoverre wegens strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht te worden vernietigd.
2.6. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Haarlem van 3 december 2009, registratienummer 2009/186957, voor zover het betrekking heeft op het plandeel met de bestemming "Wonen-1" en de aanduiding "zorginstelling-zoi";
III. veroordeelt de raad van de gemeente Haarlem tot vergoeding van bij de stichting Stichting Kennemer Gasthuis in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 874,00 (zegge: achthonderdvierenzeventig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
IV. gelast dat de raad van de gemeente Haarlem aan de stichting Stichting Kennemer Gasthuis het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 297,00 (zegge: tweehonderdzevenennegentig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Bechinka, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten w.g. Bechinka
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 13 oktober 2010