ECLI:NL:RVS:2010:BO1132

Raad van State

Datum uitspraak
14 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201006288/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • R.J. Hoekstra
  • E.M. Ouwehand
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan 'Kom Vianen'

Op 11 mei 2010 heeft de raad van de gemeente Vianen het bestemmingsplan 'Kom Vianen' vastgesteld. Tegen dit besluit heeft [verzoeker] op 5 juli 2010 beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij tevens verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 1 oktober 2010 ter zitting behandeld, waar [verzoeker] en vertegenwoordigers van de raad aanwezig waren.

[Verzoeker] wenst een dakkapel op zijn woning te realiseren die de helft van de gevelbreedte beslaat, maar de huidige planregels staan dit niet toe. De voorzitter constateert dat de dakkapellenregeling in het bestemmingsplan slechts een dakkapel van een derde van de gevelbreedte toestaat, met uitzondering van specifieke ontheffingsmogelijkheden. De voorzitter oordeelt dat schorsing van het besluit geen verandering zal brengen in de dakkapellenregeling, aangezien het vorige bestemmingsplan ook geen bredere dakkapellen mogelijk maakte.

De voorzitter concludeert dat er geen noodzaak is om een voorlopige voorziening te treffen, omdat [verzoeker] niet zodanig in zijn belangen wordt geschaad dat dit gerechtvaardigd zou zijn. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken op 14 oktober 2010.

Uitspraak

201006288/2/R2.
Datum uitspraak: 14 oktober 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
en
de raad van de gemeente Vianen,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 11 mei 2010 heeft de raad het bestemmingsplan "Kom Vianen" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 5 juli 2010, beroep ingesteld.
Bij dezelfde brief als waarmee beroep is ingesteld heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 1 oktober 2010, waar [verzoeker] in persoon, en de raad, vertegenwoordigd door J. Ariaans en ing. A.C. Boel, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. [verzoeker] wenst een dakkapel op zijn woning te realiseren met een breedte die de helft van de gevelbreedte beslaat. [verzoeker] betoogt dat de in de planregels opgenomen beperkende bepalingen ten aanzien van dakkapellen hieraan ten onrechte in de weg staan en slechts een dakkapel van een derde van de gevelbreedte mogelijk maken. Hij wenst dat er in het bestemmingsplan een regeling wordt opgenomen die een dakkapel tot de helft van de gevelbreedte mogelijk maakt.
2.3. De voorzitter stelt vast dat de in het bestemmingsplan opgenomen dakkapellenregeling - behoudens een ontheffingsmogelijkheid voor specifieke gevallen - een dakkapel met een breedte van een derde van de gevelbreedte mogelijk maakt. Schorsing van het bestreden besluit brengt daarin geen verandering, nu onder het vorige bestemmingsplan ook geen sprake was van een dakkapellenregeling die een bredere dakkapel mogelijk maakte. Om aan de wens van [verzoeker] tegemoet te komen zou een voorziening dienen te worden getroffen die inhoudt dat vooruitlopend op de bodemprocedure dient te worden gehandeld als ware een andere dakkapellenregeling in het bestemmingsplan opgenomen. Een voorlopige voorziening die daarin voorziet acht de voorzitter te verstrekkend.
2.4. De voorzitter heeft voorts niet kunnen vaststellen dat [verzoeker] zodanig in zijn belangen wordt geschaad indien de dakkapellenregeling uit het bestemmingsplan in stand blijft totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de bodemzaak, dat uit dien hoofde een voorlopige voorziening moet worden getroffen.
2.5. Gezien het voorgaande ziet de voorzitter geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek dient te worden afgewezen.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. R.J. Hoekstra, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Ouwehand, ambtenaar van Staat.
w.g. Hoekstra w.g. Ouwehand
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 14 oktober 2010
224.