201002328/1/H1.
Datum uitspraak: 20 oktober 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Sleutelgoed III B.V. (hierna: Sleutelgoed), gevestigd te Leiden,
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage (hierna: de rechtbank) van 30 december 2009 in zaak nr. 09/1187 in het geding tussen:
Vebra N.V. (hierna: Vebra), gevestigd te Leiden,
het college van burgemeester en wethouders van Leiden (hierna: het college).
Bij besluit van 2 september 2008 heeft het college aan Vebra gelast ervoor zorg te dragen dat de bouw-, verbouw- en sloopwerkzaamheden op het perceel Hoge Rijndijk 96d te Leiden onmiddellijk worden gestaakt dan wel gestaakt blijven totdat de reeds aangevraagde bouw- en sloopvergunning onder nummer BWT 080310 is verleend.
Bij besluit van 23 december 2008 heeft het college het door Vebra daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 30 december 2009, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het door Vebra daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft Sleutelgoed bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 9 februari 2010, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Bij brief van 28 september 2010 heeft Sleutelgoed de Afdeling verzocht getuigen op te roepen.
Bij brief van 4 oktober 2010 heeft de voorzitter van de Afdeling het verzoek om getuigen op te roepen afgewezen.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak gelijktijdig met zaak nr.
201001496/1/H1inzake de weigering vrijstelling en bouwvergunning te verlenen voor het verbouwen van een bedrijfsgebouw tot bedrijfsruimte en zestien appartementen op het perceel, ter zitting behandeld op 6 oktober 2010, waar Sleutelgoed, vertegenwoordigd door J. Hospes, J. Verbaan en W. Hofman, en het college, vertegenwoordigd door M.E.T. Rijntjes-van Giezen, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2.1. Ingevolge artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan geen beroep bij de administratieve rechter worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen bezwaar heeft gemaakt.
Op grond van artikel 6:24, eerste lid, van de Awb is artikel 6:13 van overeenkomstige toepassing indien hoger beroep kan worden ingesteld.
2.2. Sleutelgoed heeft geen bezwaar gemaakt tegen het besluit van 2 september 2009 of beroep ingesteld tegen het besluit van 23 december 2008. Er is niet gebleken dat Sleutelgoed redelijkerwijs niet kan worden verweten dat zij geen bezwaar heeft gemaakt of beroep heeft ingesteld tegen dit besluit. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. W. Konijnenbelt, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.W.J. Sloots, ambtenaar van Staat.
w.g. Konijnenbelt w.g. Sloots
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 20 oktober 2010