ECLI:NL:RVS:2010:BO1195
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.D.M. van Diepenbeek
- C. Sparreboom
- Rechtspraak.nl
Vergunning voor het oprichten van een inrichting voor duurzaam energieopwekking in de glastuinbouw
In deze zaak heeft het college van gedeputeerde staten van Drenthe op 16 maart 2010 een vergunning verleend aan [vergunninghoudster] voor de duur van 10 jaar. Deze vergunning was bedoeld voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting voor het duurzaam opwekken van energie, voornamelijk warmte en elektriciteit, ten behoeve van de glastuinbouw te Erica, op het perceel [locatie] te [plaats]. Het besluit tot vergunningverlening is op 24 maart 2010 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit heeft [appellant] op 6 mei 2010 beroep ingesteld bij de Raad van State. Het college heeft hierop een verweerschrift ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verwezen naar een enkelvoudige kamer. Tijdens de zitting op 23 september 2010 is het college vertegenwoordigd door B. Arentz, F. Eilander en G. Eleveld, terwijl [vergunninghoudster] werd vertegenwoordigd door B. Eissen.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in haar overwegingen vastgesteld dat, ingevolge artikel 20.1 van de Wet milieubeheer, een belanghebbende tegen een besluit op grond van deze wet beroep kan instellen. Volgens artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. De afstand van de woning van [appellant] tot de inrichting bedraagt ongeveer 670 meter. Gezien deze afstand en de aard van de inrichting, is het niet aannemelijk dat [appellant] milieugevolgen van de inrichting kan ondervinden. Daarom is [appellant] niet als belanghebbende aangemerkt.
De Afdeling heeft het beroep van [appellant] dan ook niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 20 oktober 2010.