ECLI:NL:RVS:2010:BO4194
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.A.A. Mondt-Schouten
- R.E.A. Matulewicz
- Rechtspraak.nl
Bestemmingsplan 'Fietspad Herfte' vastgesteld door de gemeente Zwolle
Op 2 november 2009 heeft de raad van de gemeente Zwolle het bestemmingsplan 'Fietspad Herfte' vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de appellant, die woont in [woonplaats], beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij de gronden van het beroep zijn aangevuld op 12 maart 2010. De zaak is ter zitting behandeld op 8 oktober 2010, waar de appellant, vertegenwoordigd door een gemachtigde, en de raad, vertegenwoordigd door G. Tromp en S. van Loenen, beiden werkzaam bij de gemeente, aanwezig waren.
De appellant betoogt dat de route van het fietspad ten onrechte over het onderhoudspad op de spoordijk wordt gerealiseerd. Hij stelt dat de raad had moeten kiezen voor een aanleg op weilandhoogte door de spoordijk gedeeltelijk af te graven, wat volgens hem eerder was toegezegd. De raad daarentegen stelt dat er in het voorheen geldende plan nog geen definitieve beslissing kon worden genomen over de exacte ligging van het fietspad en dat het afgraven van het talud aanzienlijke kosten met zich meebrengt.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overweegt dat de raad bij de keuze van de bestemming een afweging dient te maken van alle betrokken belangen en dat de raad beoordelingsvrijheid heeft. De Afdeling concludeert dat de raad het aangedragen alternatief voor de route van het fietspad in zijn besluitvorming heeft betrokken en dat de appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat het standpunt van de raad onjuist is.
Uiteindelijk oordeelt de Afdeling dat er geen aanleiding is om te concluderen dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Het beroep van de appellant wordt ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin op 17 november 2010.