ECLI:NL:RVS:2010:BO6100
Raad van State
- Hoger beroep
- D.A.C. Slump
- S.W. Schortinghuis
- H.H.C. Visser
- Rechtspraak.nl
Geen doorbreking van het appèlverbod in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 23 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam. De appellant had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 september 2010, waarin hij een voorlopige voorziening had aangevraagd. De appellant stelde dat de voorzieningenrechter fundamentele beginselen had geschonden en vroeg om een rechtmatigheidsbeoordeling, in plaats van een voorlopige voorziening. De Afdeling overwoog dat, gelet op artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 47 van de Wet op de Raad van State, er geen hoger beroep mogelijk is tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter in deze context. De Afdeling concludeerde dat de beoordeling van de feiten en omstandigheden door de voorzieningenrechter niet zodanig was dat er sprake was van een ernstige schending van de eisen van een eerlijk proces. Daarom was er geen grond voor doorbreking van het appèlverbod. De Afdeling verklaarde zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen en wees de verzoeken van de appellant af. De uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de regels omtrent hoger beroep in bestuursrechtelijke procedures, vooral in gevallen waar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld.