ECLI:NL:RVS:2010:BO8255

Raad van State

Datum uitspraak
15 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201007214/2/H3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • M. Vlasblom
  • M.M. van der Smissen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake verplaatsing bushalte door college van burgemeester en wethouders van Alphen-Chaam

Op 21 juli 2009 heeft het college van burgemeester en wethouders van Alphen-Chaam besloten tot verplaatsing van het bord dat de locatie van een bushalte aanduidt. Dit besluit leidde tot een rechtszaak, waarbij de rechtbank Breda op 9 juni 2010 het beroep van de wederpartij niet-ontvankelijk verklaarde. De wederpartij, wonend te [woonplaats], was het niet eens met deze beslissing en heeft het college van burgemeester en wethouders van Alphen-Chaam in hoger beroep aangeklaagd bij de Raad van State. Op 26 juli 2010 heeft het college hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank en op 24 november 2010 verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak zonder zitting behandeld. De rechtbank had geoordeeld dat de zaak niet geschikt was voor rechtstreeks beroep, omdat het college geen onderzoek had verricht naar mogelijke schade die de verplaatsing van de bushalte aan de wederpartij berokkende. De voorzitter oordeelde dat er geen zwaarwegende belangen waren van de zijde van de wederpartij die zich verzetten tegen het verzoek van het college om geen besluit op bezwaar te hoeven nemen totdat er een uitspraak in de bodemzaak was gedaan.

De voorzitter heeft besloten dat het college van burgemeester en wethouders van Alphen-Chaam geen besluit op bezwaar hoeft te nemen voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Dit besluit is genomen om te voorkomen dat er onnodige kosten en vertragingen zouden ontstaan in de procedure. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 15 december 2010.

Uitspraak

201007214/2/H3.
Datum uitspraak: 15 december 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
het college van burgemeester en wethouders van Alphen-Chaam,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 9 juni 2010 in zaak nr. 09/4004 in het geding tussen:
[wederpartij], wonend te [woonplaats],
en
het college.
1. Procesverloop
Op 21 juli 2009 heeft het college besloten tot verplaatsing van het bord dat de locatie van een bushalte aanduidt.
Bij uitspraak van 9 juni 2010, verzonden op 15 juni 2010, heeft de rechtbank het door [wederpartij] daartegen ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft het college bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 26 juli 2010, hoger beroep ingesteld. Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 24 november 2010, heeft het college de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
2. Overwegingen
2.1. De voorzitter doet uitspraak zonder zitting.
2.2. De rechtbank heeft geoordeeld dat deze zaak niet geschikt is voor rechtstreeks beroep, als bedoeld in artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht. Daartoe heeft zij overwogen dat blijkens de gedingstukken en de behandeling ter zitting het college tot op heden geen onderzoek heeft verricht of laten verrichten naar mogelijke schade die de gewraakte plaatsing van de bushalte aan [wederpartij] berokkent, en evenmin of eventuele schade aan hem moet worden vergoed, hetgeen te meer klemt nu partijen juist door deze vragen verdeeld worden gehouden. In de bezwaarfase kan het college alsnog nader onderzoek laten verrichten. De rechtbank heeft overwogen zich niet geroepen te voelen dit onderzoek, en de daarmee gepaarde kosten, voor haar rekening te nemen. Zij heeft het beroep van [wederpartij] niet-ontvankelijk verklaard en het beroep ter behandeling als bezwaar doorgezonden aan het college.
2.3. Het college verzoekt bij wijze van voorlopige voorziening te bepalen dat het hangende het door hem ingestelde hoger beroep geen besluit op bezwaar hoeft te nemen. Niet is gebleken van zwaarwegende belangen van de zijde van [wederpartij] die zich verzetten tegen toewijzing van het verzoek. Nu de bodemzaak reeds op 20 januari 2011 ter zitting bij de Afdeling wordt behandeld en derhalve op korte termijn duidelijk zal zijn of het oordeel van de rechtbank dat het college een besluit op bezwaar moet nemen stand houdt, ziet de voorzitter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat het college van burgemeester en wethouders van Alphen-Chaam geen besluit op bezwaar hoeft te nemen voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
Aldus vastgesteld door mr. M. Vlasblom, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M.M. van der Smissen, ambtenaar van staat.
w.g. Vlasblom w.g. Van der Smissen
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 15 december 2010
419.